delft-hull-op-de-fiets.reismee.nl

19-22 augustus, Holbeach - Market Rasen, 124 km. Totale reisafstand 1170 km

Hierbij weer, toch sneller dan de vorige keer, een verslag van enkele fietsdagen. Ik ben aan de laatste week van de tocht begonnen. En naar het er nu naar uitziet, ga ik Hull inderdaad halen. Op de fiets, wel te verstaan. Maar ik moet nog wel “The Wolds” over, een heuvelachtig, beschermd, gebied. Na diverse dagen zo goed als vlak fietsen, is dat weer een uitdaging . Bovendien weinig bewoning, dus ook weinig koffie- c.q. sanitaire stopmogelijkheden….. Maar dat gaat vast goed komen. Ik heb de afgelopen dagen 2 iets grotere steden bezocht, Boston en Lincoln. Zeker die laatste was de moeite waard. Heb dus ook weer erg veel foto’s genomen. Enkele daarvan staan in onderstaand verslag, nog een paar meer vind je onder “foto’s”, (de foto’s per dag) en voor de rest heb ik onlangs maar een extra usb-stick gekocht. M’n reislaptopje kon het niet meer aan. Overigens, via “alle reisverhalen” rechts in het beeld vind je al mijn schrijfsels in volgorde.


Holbeach – Boston, maandag 19 augustus, 34 km

Ik heb hier, in de prettige B&B Elloe Lodge, maar eens een Full English Breakfast genomen, althans, zonder spek en worstjes dan.

Ik moet zeggen dat ik de witte bonen in tomatensaus, de hash browns (aardappelkoekjes), en de gebakken champignons (uit blik) niet zoveel vind toevoegen qua smakelijkheid. Wel calorieën. Ik moet er niet aan denken dit elke dag te nemen. Voortaan blijf ik toch maar bij de eieren en tomaten, en gerookte zalm, als het er is. Bij Holbeach uit fietsen weer het gebruikelijke gepuzzel. Het is een kwestie van heel goed op de kaart kijken, zodat je van tevoren weet of je ergens links- of rechtsaf moet slaan, en dan, als je denkt bij het betreffende punt aangeland te zijn, goed speuren naar de bordjes. Hier hebben ze bij een kruising met een grotere weg het deel met de pijl van de sticker afgescheurd (echt grappig ).
En vervolgens heeft moeder Natuur het overgenomen bij een tunneltje onder de weg door, waar ik al bijna voorbij was gereden…
(Eigenhandig wat takken naar beneden gebogen en vastgeklemd, voor de volgende fietsers!) Tegen half twaalf kom ik de eerste pub tegen, bij een klein haventje aan de rivier Welland, bij Fosdyke Bridge, De pub gaat dan net open, en ook begint het juist dan even te regenen. Goede planning!
Als ik verder fiets zie ik dat het haventje “Fosdyke Yacht Haven” heet, nogal Nederlands. Niet alleen vanwege het “Fosdyke”, maar ook apart dat hier het woord “Haven” wordt gebruikt in plaats van het in de Engelse taal veel gewonere “harbour”. Dan nader ik al gauw Boston, dat ook aan een getijdenrivier ligt, de Witham. Hier zijn er sluizen tegen overstromingen, en er wordt nu met een groot bouwproject gewerkt aan de vernieuwing en versterking ervan.

Het White Hart Hotel, waar ik gereserveerd heb, ligt vlakbij de kathedraal van Boston en ziet er aardig uit.

Het was maar een korte etappe, en ik heb alle tijd om de kathedraal te gaan bekijken. Als ik erheen loop, hoor ik om me heen meer Pools spreken dan Engels. Had ik al gelezen, dat hier veel Oosteuropese immigranten zijn. En juist vanuit Boston is rond 1630 een groep mensen van de Puriteinse kerkgenootschap naar de nieuwe koloniën in Amerika geëmigreerd, en zij noemden hun nederzetting daar “Boston”. Vluchtelingen, volksverhuizingen en emigratie is van alle tijden. De kathedraal, de St. Botolph Cathedral, wordt momenteel gerestaureerd.
Van binnen ziet het er uit als een bouwplaats, alleen het deel achterin is nog helemaal intact.
Om de restauratie te financieren zijn er diverse initiatieven ontplooid. Zo heeft men een schaalmodel van lego ontworpen, dat langzaam opgebouwd wordt door de verkoop van legosteentjes.
De jongen die erbij staat en het me uitlegt, lijkt wat autistisch of er is iets anders met hem aan de hand, want hij vermijdt elk oogcontact en spreekt wat kinderlijk. Maar hij is aardig en ik koop dan ook 3 legosteentjes, die ik zelf mag plaatsen . Ik heb lego altijd geweldig speelgoed gevonden en er zeker tot mijn 14e mee gespeeld.
De jongen, Roger, heeft deze foto genomen en hij vertelt me dat hij uit Polen komt. Hij kent ook wat Nederlands: “dank oe wel”. Op mijn beurt zeg ik mijn 2 woorden Pools, “dzien dobry” en “dziekuje” (goedendag en dank je wel). Ik wed dat mijn Pools slechter klinkt dan zijn Nederlands!


Boston - Lincoln, dinsdag 20 augustus, 61 km

Ik ben vroeg op en klaar om weg te fietsen,

maar verdoe nogal wat tijd met het zoeken naar een fietsenmaker om de banden nog wat op te laten pompen – had de indruk dat ze wat zachter zijn geworden. Google maps werkt op de fiets niet altijd handig. Als ik de winkel dan eindelijk heb gevonden, blijken de banden nog prima op spanning, aldus de fietsenmaakster. Zie je niet vaak, een vrouw in dat vak. Vandaag loopt de route voortdurend in noordwestelijke richting langs een kanaal en rivier (of gekanaliseerde rivier, daar wil ik vanaf zijn) over speciaal aangelegde fietspaden. En het is vlak, de temperatuur is zo’n 19 graden en het is vrij zonnig. Bijna ideaal, ware het niet dat de harde wind verder door naar het westen is gedraaid en ik hem grotendeels tegen heb. Gelukkig bieden struiken op sommige plaatsen wat beschutting.
Al vrij snel komt op het fietspad een vakantiefietsster me tegemoet. We stoppen en wisselen ervaringen uit. Jo, uit de omgeving van Lincoln, is voor het eerst op fietsvakantie en probeert het nu 5 dagen uit. Ze heeft een bagagekarretje achter haar fiets hangen – weet niet of dat nu zo handig is, zeker verderop bij die smalle paden. Met behulp van de timer, en m’n stuurtas als statief, maak ik onderstaande foto.
Redelijk gelukt, toch? De weg langs het kanaal doet weer Nederlands aan, alleen ligt het waterniveau ten opzichte van de kant hier meestal flink lager. Het is een dunbevolkte streek, met maar hier en daar een huis en geen echte dorpen. Ergens langs de weg is een oude watertoren omgebouwd tot woning, lijkt het, en bovenop wordt de wacht gehouden door deze grimmige figuur:
Er zijn nergens pubs, en nergens schuilbosjes, en ik krijg het al redelijk benauwd, als ik bij een jachthaventje en caravanpark een soort winkeltje aantref waar je ook koffie kunt drinken en waar – nog veel nodiger – een toilet is! Die basale dingen zijn soms zo belangrijk. Na een stuk gewone weg volgt weer, tot aan Lincoln, een fietspad langs de rivier: de Water Rail Way. Hier heeft vroeger een spoorverbinding tussen Boston en Lincoln gelopen.

Het pad wordt opgesierd met fantasierijke bankjes, een uitzichtpunt en grappige kunst. Zo steken er “schapen” over:

En ik schiet spontaan in de lach als ik dit zie:

Kortom, plezierig fietsen, ondanks de wind. En zomaar een mooi beeld onderweg:

Als ik in de benedenstad van Lincoln aankom, zijn ineens alle routebordjes verdwenen. En hoewel Google maps wel aangeeft waar het hotel is waar ik naartoe moet, is er kómen nog niet zo eenvoudig. Ik moet de steile heuvel op waar bovenop de oude stad, de kathedraal en het kasteel liggen; mijn hotel is daar vlakbij. Dat is zo’n 55m omhoog met de bepakte fietsl
Het hotel blijkt pal tegenover de westelijke poort van de kasteelmuur te liggen
en is gevestigd in een complex dat nu The Lawn heet, en waar voorheen een psychiatrische inrichting (en dáárvoor een “lunatic asylum”, zeg maar gekkenhuis) was. Het hotel is het oude zusterhuis. In de kamer die mij toegewezen wordt kan geen enkel raam open (ook geen airco)– niet acceptabel. Daarop krijg ik een “suite” met een mini-zitkamertje, inloopkast, kleine slaapkamer en badkamer. Klinkt mooier en lijkt ook op de foto mooier dan het is, maar i.i.g. kunnen er 2 ramen open!


Lincoln, woensdag 21 augustus, niet gefietst

Gisteravond flink moe in bed gestort (eigenlijk: geklommen, want dit bed is hóóg) en als een blok geslapen. Nu vanochtend, voor de wekker gaat, word ik wakker en merk dat het wel een erg hard matras is. De eerste keer hier in Engeland dat een bed niet lekker ligt. Tijdje bezig geweest met het plannen van de volgende etappes en overnachtingen. Er volgt nl. nog een heuvelachtig gebied met weinig hotels, en ik moet rekening houden met weekenddrukte als ik richting Hull ga. Ondertussen ontbeten in een soort hoge glazen serre, feitelijk een overkapte ruimte aan de buitenzijde van het gebouw. Tegen half elf heb ik het belangrijkste bepaald en geregeld en ga ik op stap om de bezienswaardigheden van Lincoln te gaan bekijken. En dan is het zó praktisch dat ik de straat alleen hoef over te steken en de kasteelpoort door te gaan.

Onder de poort door is het een grote enigszins ovale ruimte, met enkele gebouwen, en volledig omringd door de – uiteraard gerestaureerde – kasteelmuur.
Ik koop een kaartje voor zowel het kasteel als de kathedraal, en hoor dat er om 11.00 u een rondleiding is. Mooi. Ik heb nog tijd om alvast even de muur op te gaan en rond te kijken, en druk daar een van de drie me tegemoetkomende Chinese meisjes mijn camera in de hand. Ze neemt wel 6 foto’s, dan is er altijd wel een geslaagd .
De rondleiding wordt gegeven door een zeer humorvolle man. Echte Engelse “tongue in cheek” humor. Lastig om te reproduceren, maar ik moest regelmatig grinniken tijdens zijn verhalen. Ook dit kasteel dateert van de 11e eeuw, en werd gesticht door de Normandische Willem de Veroveraar, maar is gebouwd op resten van veel oudere Angelsaksische en Romeinse nederzettingen. In de omwalling zijn 2 zgn. “mottes”, hoge aarden heuvels waar bovenop uitkijk- en verdedigingstorens werden gebouwd.
De gids vertelt o.a. van het heldhaftige optreden van Nicola de la Haye, weduwe en kasteelvrouwe ergens begin 13e eeuw, die het kasteel wist te verdedigen en behouden tijdens een maandenlange belegering door Franse troepen en opstandelingen tegen de Engelse koning John. Zij wist stand te houden tot de Engelse troepen uiteindelijk kwamen helpen. Was het haar niet gelukt, dan was Engeland nu Franstalig geweest, aldus de gids. Maar dit verhaal staat niet in de standaard geschiedenisboekjes, want de daden en verdiensten van vrouwen werden van oudsher het liefst verdonkeremaand door de heersende mannen…….

In het kasteel wordt een van de 4 resterende exemplaren van de Magna Carta bewaard. E.e.a. wordt in een videopresentatie verbeeld.

Dit document werd destijds door Engelse leenmannen afgedwongen bij diezelfde koning John (Jan zonder Land in het Nederlands). In dit geschrift wordt bepaald dat ook de koning aan de wet gehouden is en b.v. niet naar willekeur mensen gevangen kan zetten en belastingen kan heffen. Het is in feite de voorloper van de moderne wetgeving en zelfs van de huidige mensenrechtenverklaring van de VN. Overigens verscheurde koning John zijn exemplaar na enkele weken, maar aangezien hij geen steun meer kreeg van de leenmannen als hij zich niet aan de bepalingen hield, moest hij wel tandenknarsend instemmen. Ik heb het exemplaar van de Magna Carta gezien, in een glazen vitrine en met een suppoost ernaast. Er mochten geen foto’s worden genomen.

Het kasteelcomplex omvat verder een gerechtsgebouw; hier wordt al 1000 jaar onafgebroken recht gesproken. Verder is er een gevangenis – die is niet meer in gebruik en kan bezichtigd worden.

En zelfs op de spiegel in het toilet bij het restaurantje in het kasteelcomplex komt de geschiedenis in een soort stripvorm voorbij:
Dan sluit ik mijn bezoek af met een complete rondwandeling (400 m) over de muren, en neem weer heel veel foto’s…..
Dan is het hoog tijd voor de andere topattractie hier in Lincoln, recht tegenover het kasteel, ook hoog op de heuvel: de kathedraal. De centrale kruising over, waar de beroemde steep hill op uitkomt.
Maar eerst moet ik nu toch eindelijk eens een echte afternoon tea nemen (ik ben al 3 weken in Engeland!), met scones, clotted cream & jam:
Daarna naar de vrij imposante kathedraaal.

Er zijn bouw/restauratie-werkzaamheden aan de gang, en om de ingang te vinden loop ik er voor Âľ omheen (bleek naderhand aan de voorkant toch een toegang te zijn, niet heel duidelijk).

Mooi ook aan de binnenkant.

Als laatste loop ik nog even het winkeltje in de kathedraal binnen,en m’n oog valt op een boekje met grappige uitspraken over ouder worden. En dan sla ik deze bladzij open:

ZĂł ontzettend op mij van toepassing!

Om toch niet al te veel gewicht te verliezen ga ik eten bij het Spaanse tapasrestaurant vlakbij het hotel,, met een charmante Spaanse ober met hipsterbaardje en -knotje.


Lincoln – Market Rasen, donderdag 22 augustus, 29 km

Ik fiets deze keer probleemloos de stad uit en zit gelijk goed op de route. Verder gaat heel veel vals plat omlaag (!) en de wind komt uit het zuidwesten terwijl ik naar het noordoosten moet. De gemakkelijkste en snelste etappe in Engeland tot nu toe! En omdat ik ruim in de tijd zit, heb ik gekozen voor wat kortere dagtrajecten. Geen bijzondere dingen vandaag. Ik zie dat het vuilophaaldag is hier

en ik kruis een spoorlijn diverse malen, dat is het wel.

Aangenaam landschap.

Ook weer een NCN route totempaal – ze zijn gedoneerd door de Royal Bank of Scotland – waarom?

Het hotel in Market Rasen, de White Swan, is een traditionele en eenvoudige pub. De bardame heb ik in een uur of twee wel 50x “darlin” (geen spelfout) horen zeggen tegen klanten en collega’s! Wel gezellig.

12-18 augustus, Beccles - Holbeach, 253 km. Totale reisafstand 1046 km.

Ik had me voorgenomen wat regelmatiger iets op de blog te plaatsen, maar dat is niet echt gelukt. Op de een of andere manier ben ik ’s avonds toch te moe, of er is geen prettige plek (tafeltje, stroom) om aan te werken. Aangezien het er nu naar uitziet dat ik Hull wel ruimschoots ga halen voor 28 augustus (dan heb ik de veerboot geboekt), heb ik nu, 18 augustus, maar een kort fietsdagje gepland, zodat ik ’s middags even e.e.a. kan bijwerken. Dus hierbij de verslagen van de afgelopen 7 (fiets- c.q. toeristen-)dagen. En onder “foto’s” de foto’s per dag, en via “alle reisverhalen” rechts in het beeld vind je alle reisverhalen in volgorde.


Beccles - Norwich, maandag 12 augustus, 46 km

Wat raar telefoontje vanochtend van dame van de bank, die zich afvroeg of de afschrijvingen van m’n credit card wel klopten. Alles nagelopen, en alles was in orde. Toch had de bank enkele betalingen tegengehouden! Enige overbezorgdheid, lijkt me. In de ochtend vorige blog afgeschreven en geplaatst. Had na het uitchecken een laat ontbijt genomen in dit Wetherspoon hotel, en kon onbeperkt koffie blijven nemen bij het werken aan de blog. Prettig!

Daarna kreeg ik nog een bericht van booking.com dat ik bij een ander hotel, eergisteren, niet zou zijn komen opdagen. Dat was dat hotel dat me zelf had afgebeld, en waarbij ik nog expliciet had gevraagd of er per ongeluk geen dubbele boeking was gedaan. Gedoe om alles weer recht te zetten. Ik vertrek dan ook pas na twaalven. En zie dan op de hoek bij het hotel 2 mensen gitaar spelen voor geld, met achter hen 2 bepakte fietsen.
Natuurlijk heb ik hen aangesproken. Ze komen uit Straatsburg, Frankrijk, en heten Manon en Jean-Pierre. Leuk gesprek, en aangezien zij direct overgaan op het Frans, doe ik dat ook maar en dat gaat wonderwel goed, tot mijn eigen verbazing . Zij voorzien met muziek maken in hun onderhoud voor de reis, en zijn nu verder op weg naar een muziekfestival. We nemen foto’s van elkaar met elkaars toestellen en zeggen hartelijk gedag.
Er is toch zoiets als een vanzelfsprekende band tussen vakantiefietsers onderling. Ik fiets het stadje uit over de rivier de Waveney.
en kom dan gelijk in de county Norfolk, duidelijk aangegeven voor fietsers met een bord. Er loopt een man langs en die druk ik mijn mobiel in de handen voor een foto. Zijn duim staat er nu ook op .
Of het aan de county ligt weet ik niet, maar gelijk is de zon verdwenen onder een dik wolkendek en wordt het koeler. Mijn humeur lijdt er niet onder, want het is aanvankelijk prettig, bijna vlak fietsen. Na een tijdje gaat het landschap toch weer golven, en bij een onverwacht hellinkje om een hoek probeer ik snel alsnog terug te schakelen en schiet de ketting er voor de 2e keer deze reis af. Maar anders dan de vorige keer slaag ik erin schone handen te houden bij hem er weer omheen leggen! Met enige regelmaat kom ik langs velden met zwart-bruin, droog gewas, met peulen eraan.
Geen idee wat het is, soja misschien? Er zijn nog wel wat heuvels, maar of ze nu minder steil zijn dan de vorige dagen, of dat ik toch wat getrainder en sterker ben geworden, weet ik niet, maar ik hoef vandaag geen enkele keer omhoog te lopen. Ik hou een korte thee- en sanitaire pauze in een pub bij een klein jachthaventje aan een rivier, waar ik in gesprek kom met een wel aardige, maar sombere man die begint over global warming. Als ik daar vertrek let ik kennelijk niet goed op de bordjes en ik merk na een paar kilometer dat ik iets te ver van de rivier, en dus hoger op de heuvels, uitgekomen ben.
Scheelt weinig in afstand, en ik vind de route ook weer terug, maar heb wel wat extra hoogtemeters gemaakt. De stad Norwich in fietsen gaat weer langs de bekende sluiproutes van het Nationaal Cycle Network, deze keer een weg over een heuvel met irritante betonnen platen, die ongelijk liggen. Het is de toegangsweg tot een rioolwaterzuiveringsinstallatie…….
Ruikt niet echt fijn. Dan gaat het onder de snelweg door Norwich in, waar ik eerst uitkom bij een idyllisch parklandschap, nogal een contrast met zoëven. Daar ook weer zo’n totempaal van de fietsorganisatie, gekke dingen zijn dat toch.
Het hotel vinden is even een gepuzzel met Google maps. Wat niet helpt is dat Norwich op een aantal heuvels is gebouwd. Later hoor ik dat de stad juist om die reden door de Vikingen (rond 800) op deze plaats werd gesticht. Het hotel, St. Giles, bevindt zich in een pand met imposante voorgevel (het hotel zelf is wat eenvoudiger).
De receptioniste, die zelf ook fietst, biedt aan mijn fiets gewoon mee te nemen naar mijn kamer! Scheelt i.i.g. tassen sjouwen en is wel zo gezellig vannacht voor mijn fiets en mij .
Fijn hier in Engeland is dat je altijd een waterkoker en (instant)koffie en thee op je kamer hebt. Op aanraden van de receptioniste ga ik eten bij een Italiaans restaurant verderop in de straat. Naderhand blijkt dat ze het 2e Italiaanse restaurant bedoelde, maar ik heb hier ook heerlijk gegeten. Naast me 2 mannen, uit Norwich, die zowel erg van het eten genoten, als trots waren op Norwich. Allemaal tips gekregen, leuk. En ik had toch al besloten hier een extra rust- c.q. toeristendagje te houden.


Norwich, 13 augustus, niet gefietst, wel veel gelopen

Het hotel ligt vlak bij het centrale historische marktplein van Norwich.

Aan dit plein liggen o.a. de Guild Hall (oude stadhuis, politiebureau en gevangenis) uit begin 15e eeuw,
het nieuwe stadhuis uit 1938 in Art Deco stijl, en het Forum uit 2002, waarin de bibliotheek, een aantal diensten en het toeristenbureau gevestigd zijn. Vanuit dat Forum kijk je zo uit op een historische kerktoren.
Bij het toeristenbureau begint om 11.00 een stadswandeling onder leiding van een gids (vrijwilliger), en dat lijkt me wel zo handig. De gids weet veel en geeft een mooi overzicht van de historie van Norwich. In de Romeinse tijd zijn er hier al bruggen over de rivier de Wensum gebouwd. De Denen (Vikingen) kwamen rond 800 en stichtten de stad. Een paar honderd jaar daarna (1066) veroverden de Noormannen, uit Normandië, met Willem de Veroveraar, de stad en bouwden het kasteel van Norwich. In de 16e eeuw kwamen er veel vluchtelingen uit de Nederlanden, vanwege religieuze vervolgingen (dus tijdens onze 80-jarige oorlog). Zij brachten textieltechnieken mee zoals verven en weven, en sindsdien was Norwich gedurende honderden jaren een belangrijk centrum voor de textielindustrie. Pas in de 2e helft van de 20e eeuw kwam daar een einde aan. We lopen met de gids door de Royal Arcade, een winkelpassage daterend van 1899:
en vervolgens door Middeleeuwse straatjes, waaronder Elm Street
waar geregeld opnamen voor historische films worden gemaakt. Na 2 uur komen we uiteindelijk uit bij de kathedraal, waar de tour eindigt.
Na een koffiepauze, waar ik hard aan toe was, loop ik langs een soort kloostergangen naar de kathedraal zelf.
Van de aardige ontbijtserveerster hoorde ik vanmorgen dat er op het moment voor enkele weken een zgn. “helter skelter” in de kathedraal staat opgesteld. Ik kon me er niet zoveel bij voorstellen en dacht dat het een soort achtbaan zou zijn. Het is echter een oude kermisattractie: een glijbaan rond een toren.
(Overigens betekent helter skelter ook hoteldebotel, en is het de titel van zo’n beetje het enige hardrock nummer dat de Beatles ooit uitbrachten, op hun witte LP. Ook goed gecoverd door Navarone!)

De kerkelijke autoriteiten hebben dit gedaan om meer publiek te trekken en hen kennis te laten maken met de architectuur van de kathedraal, omdat je zo hoog in de kerk komt. Het initiatief is overigens wel erg omstreden. En zo ziet het er dan uit, kermis in de kerk:

Of de kerkautoriteiten hun doel bereiken weet ik niet, maar ik heb het nog nooit ergens zo vrolijk gezien in een kerk! Er zijn nog meer activiteiten, zoals een soort doolhof op een kleed, waar kinderen zich uitstekend vermaken. Middenin de kerk liggen paarse yogamatjes op de vloer en worden bezoekers uitgenodigd daar te gaan liggen en rustig naar het plafond te kijken. Dat doe ik dus.

Dit alles neemt nogal wat tijd in beslag en Norwich heeft nog meer te bieden, zoals het kasteel. Daarom, en omdat het morgen naar verwachting de hele dag regent, besluit ik hier een extra nacht te blijven. Even wat hotelreserveringen omgooien, wat lukt. In de kathedraal word ik nog tweemaal door dominees over het geloof aangesproken, beide keren wel op een prettige manier. De boodschap is dat volgens hen het christendom erg open staat voor nieuwkomers en verwelkomend en gastvrij is. Ik vind het niet de juiste plek en tijd voor een stevige discussie over religie en ik zeg dat ik dat inderdaad een mooie gedachte en bedoeling vind, maar dat ik nu eenmaal niet gelovig ben. Laat in de middag loop ik weer het centrum van Norwich in.
Waar ik op een mini-terrasje aan het water nog geniet van de laatste zonnestralen.


Norwich, woensdag 14 augustus, niet gefietst

Als ik richting het marktplein loop, zie ik daarachter al het kasteel opdoemen. Een grote vierkante toren, een donjon.

Dichterbij ziet het er nog massiever uit.
Ook hier maak ik gebruik van de gelegenheid een rondleiding te volgen, en ook deze gids doet enthousiast zijn werk. Zo vertelt hij over de “longbow”, een geducht wapen van de Engelse legers in de 14e en 15e eeuw. De boog is manshoog en vereist veel kracht bij het spannen. De pijlen konden tot wel 300 meter ver schieten en een harnas doorboren.
De bouw van het kasteel is inderdaad begonnen door Willem de Veroveraar in 1067 met de aanleg van een kunstmatige heuvel in de stad. Daarop werd een hof gebouwd met een houten palissade. Voor de bouw van het eigenlijke kasteel moest men wachten tot de grond voldoende ingeklonken was; dat duurde 30 jaar. Een kwestie van lange termijnplanning dus. De gids vertelt nog veel meer over de geschiedenis en gebruiken uit de riddertijd, zowel qua feestbanketten die dagenlang konden duren, als toiletbezoek: een ruimte waar 4 mensen tegelijk gebruik van konden maken, en bij wijze van toiletpapier had men een spons op een stok, die telkens in de azijn gedoopt werd….. Na de rondleiding loop ik zelf nog wat rond.
en bekijk ik nog een aantal exposities in ruimtes die bij het kasteel horen. Zo heeft men daar een unieke collectie theepotten en ander keramiek, en zijn er voorbeelden van de stoffen die van oudsher in Norwich geweven werden.
Het is er erg druk, en op een gegeven moment heb ik het wel gehad. Het is, zoals voorspeld, stevig gaan regenen. Om het nuttige met het droge te verenigen ga ik daarom maar naar de kapper. Was nodig. De kapster stelt voor mijn haar aan de achterkant wat op te knippen, zal goed staan, verzekert ze me: “Trust me!”
Inderdaad, toen het net geknipt en geföhnd was zat het goed, nu ik het weer zelf gewassen heb, ben ik minder enthousiast…. Ach, het groeit wel weer.


Norwich – Wells-next-the-Sea, donderdag 15 augustus, 75 km

De aardige en competente ontbijtserveerster van de vorige dagen is er niet. Het jonge meisje van vandaag vraagt me 2x of ik melk bij m’n thee wil. Ik zeg beide keren nee, waarop ze me thee mét een kannetje melk brengt. Ook laten de bestelde eieren en tomaten erg lang op zich wachten. Als ik bij haar navraag of ze het niet vergeten is, zegt ze van niet, maar brengt me vlak daarop de eieren, die al bijna koud zijn…. Ook serveren is een vak. Zó bepalend voor een horeca-gelegenheid, goed personeel. Al met al vertrek ik wat later dan de bedoeling was. Ik kom wel makkelijk op de route en Norwich uit. Het fietspad is vrij recht en loopt door een groen, wat parkachtig gebied.

Pas bij de 4e roestig ijzeren constructie in de berm realiseer ik me dat dit natuurlijk een spoorweg geweest moet zijn .
Het is de Marriott’s Way, een 26 mijl lang pad voor voetgangers, fietsers en ruiters. Het is redelijk begaanbaar (zand en grind) en beschut tegen de harde wind. Bovendien is het vrij vlak, op een enkele brug na.
Onderweg is een oud station ingericht als spoorwegmuseum en ik kan er net op tijd schuilen voor een regenbui.
Daarna loopt de NCN fietsroute 1 van het pad af. Het leek me echter handig, en korter, om de Marriott’s Way nog iets verder door te volgen en dan via een gewone weg door te steken naar de NCN fietsroute. Gelukkig lees ik nog net op het informatiebord: “Please note: This is the muddiest section of the route and is not suitable for buggies and wheelchairs.” Ai, dan is het ook zeker niet geschikt voor mijn fiets! Dus maar de gewone route 1 gevolgd. Mooie landschappen vandaag, maar stevige wind tegen.
Over een “weak bridge”, zoals wordt gewaarschuwd, passeer ik een oude mill (fabriek). In de vorige eeuwen draaiden de fabrieken vaak op watermolens, waar ze boven gebouwd waren, vandaar dat veel fabrieken in het Engels nog altijd “mill” genoemd worden.
Ergens neemt de NCN route 1 weer een kennelijk noodzakelijk doorsteekje, en dat is echt niet fietsbaar.
Van een voorbijganger met hond hoor ik dat de boeren aan beide zijden van het pad het eigendom betwisten en daarom weigeren het te maaien en onderhouden. Handig. Voor mij betekent het weer een kilometer lopen. Voor mijn overnachtingsplaats heb ik gekozen voor het plaatsje Wells-next-the-Sea, even een extra rondweg van route 1, en de enige plek in de verre omtrek waar accommodatie beschikbaar was. En zo zie ik na dĂ gen weer eens de zee. Want het rondje Noordzee loopt hier in Engeland behoorlijk ver landinwaarts.
M’n bed&breakfast, Bang in Wells, is een gezellig, wat alternatief tentje, ingericht met felle kleuren, en een prettige kamer. Zoals gewoonlijk slechts kruip-door, sluip-door te bereiken. Beetje Fawlty Towers-achtig. Bijna alle hotels die ik hier heb gehad zijn oud en hangen van bijgebouwen aan elkaar. Zo is er in deze badkamer ook een schoorsteen….
De B&B blijkt ook een restaurant te hebben, en ze serveren er smakelijke zalm. Daarna stort ik naar bed; het was best zwaar vandaag.


Wells-next-the-Sea - Dersingham, vrijdag 16 augustus, 45 km

Wederom een zware dag: harde wind tegen, want de route loopt nu in zuidwestelijke richting, regen, veel heuvels en een stuk weg met een dikke laag grit op nieuw asfalt – niet te fietsen. Dus weer heel veel gelopen. Op dit soort dagen vraag ik me geregeld af waarom ik dit doe en of ik ooit nóg wel eens een fietsvakantie ga houden…… ’s Ochtends is het nog droog en ik fiets eerst naar het haventje van Wells-next-the-Sea. Het is een beetje toeristisch, maar nog wel steeds een echte vissershaven.

Er is ook nog een oud graanpakhuis met kraan:
Het plaatsje ligt aan een diepe baai en naar het strand toe loopt een lange dijk langs de vaargeul. Aan het einde ervan loop ik even het strand op.
Volgens de kaart en de bordjes loop de fietsroute dan een stukje verder langs de kust, om met een bocht weer bij de hoofdroute uit te komen. Ja, er loopt iets van een pad, maar daar heb je wel een stevige mountainbike voor nodig. Dus maar over de dijk terug en een stukje verder de route weer opgepikt, richting Holkham Hall. Daar had ik me eigenlijk niet zoveel van voorgesteld, maar het blijkt een groot landgoed, met in het bijbehorende plaatsje wat grappige cottages
en een wat Efteling-achtige toegangspoort.
Dan kom ik in een ruim opgezet parklandschap, waar hele roedels herten vrij rondlopen. Het landhuis zelf is meer dan indrukwekkend. Misschien toch net iets te groot voor mij…..
En vanaf een afstandje, met het meer en wat herten erbij:
Fraai. Vanaf het huis volgt de route dan een kaarsrechte weg, alleen toegankelijk voor wandelaars, fietsers en leveranciers, van wel 4 kilometer naar de uitgang, afgesloten door een hek. Er komt net een busje aan van onderhoudsmonteurs, en ik kan eruit glippen. Ben benieuwd hoe ik er anders uit had gekomen. Het is inmiddels gaan regenen, en dat houdt niet meer op vandaag. En hoewel ik dicht langs de kust fiets, zijn er dit soort heuvels…… niets met een bochtje eromheen.
En dan slaat de route linksaf, haaks op de kust, pal zuid en pal tegen de wind in. Een stuk van zo’n 4 kilometer, waar een dikke laag grit over het nieuwe asfalt is gestort. Er valt niet te fietsen, temeer daar het ook voor het grootste deel omhoog gaat.
En dan stormt en regent het ook nog steeds. Ik ben niet blij.
Rond 17.00 u ben ik eindelijk bij de Coach & Horses, een eenvoudige gelegenheid, waar ik een redelijke kamer krijg en lekker heb gegeten in de drukbezochte pub. Ik was vanmorgen om 09.45 u vertrokken, dus ik ben ruim 7 uur onderweg geweest, met maar 1 korte koffiepauze, voor 45 km….


Dersingham – Wisbech, zaterdag 17 augustus, 55 km

De dag begint zonnig, en na een goed ontbijt vertrek ik van de Coach & Horses.

Als eerste moet een helling genomen worden naar Sandringham House. Dit ligt in een groot park, annex bos. Daar een tijd prettig doorgefietst.
Bij het verlaten van dat gebied staat er weer zo’n typische totempaal van het National Cycle Network. Verder een mooie route.

Langs het dorpje Castle Rising, wat zoals de naam al doet vermoeden bovenop een heuvel ligt . Dan verder door een rustige, aangename voorstad van King’s Lyn, waar ze de plaatselijke telefooncel een nuttige bestemming als mini-bibliotheek en aankondigingenprikbord hebben gegeven.
Als ik King’s Lyn in fiets, breekt er een stortbui los. Ik ben vlakbij een sportcentrum, en vlucht daar naar binnen. Mooie gelegenheid voor koffie- annex sanitaire pauze. Ik drink er een “mocha”, ik dacht koffie met een vleugje chocola, maar het is precies andersom. Ook lekker. Bij de toiletten zie ik weer iets wat je hier in Engeland vaak tegenkomt: wastafels met een aparte koude en warme kraan, liefst ver uit elkaar geplaatst. Dus je hebt als je je handen wast de keuze: te heet of te koud water. Ik snap de logica niet. In Nederland hebben we toch al zo’n 50 jaar mengkranen? En dan staat er ook nog een waarschuwingssticker bij dat het hete water echt heet is……
Nog zoiets wat ik vreemd vind hier: badkuipen zonder handdouche erbij. Hoe spoel je je dan af na een bad met sop? En hoe was je je haar in zo’n badkuip? En tapijt in badkamers! Jakkes. Maar goed, ’s lands wijs, ’s lands eer. Na zo’n drie kwartier is de bui over en is het weer zonnig. In King’s Lynn, in het park, begint een kleurrijk evenement, zo te zien een gay pride, en mensen lopen erheen vaak gehuld in regenboogkleuren. Ziet er gezellig uit. Het zou eenvoudig moeten zijn hier de route te blijven volgen, want ik moet naar de rivier (Great Ouse) en die in zuidelijke richting een stuk langs.
Toch raak ik 2x de route kwijt (ontbrekende c.q. zich verstoppende bordjes), maar met behulp van m’n richtinggevoel en een paar behulpzame voorbijgangers, waarvan er een zelfs een stukje meeloopt om een achterafpaadje te wijzen, kom ik toch weer goed uit. Altijd lastig in een stad. Het is op zich lekker weer, zonnig en ca. 22 graden, maar er staat een straffe zuidwestenwind, juist nu de route die kant opgaat (van de bolling van Norfolk weer landinwaarts). Verder is het hier echt vlak (!) en ziet het landschap er haast Nederlands uit. Maar dus ook open….., en dat met die wind. Ook altijd wat te zeuren! Even wat positiefs. Had ik al gezegd dat het wegdek hier vrij behoorlijk is? En dat de Engelse automobilisten best voorzichtig zijn met passeren? Voor de verandering lunch ik vandaag. Misschien toch wel een goed idee, ook al is het maar een simpele kaassandwich bij een pub, zoals nu.
Er zitten buiten ook een man en een vrouw (met hond), die belangstellend zijn naar mijn trip. Het gaat vandaag vrij goed, dus ik kan een enthousiast verhaal houden. Dan weer verder door het “Nederlandse” landschap.
Tegen half zes kom ik in Wisbech aan, waar ik snel het hotel, The White Lion vind, dat aan de rivier de Nene ligt. Ontvangst is hartelijk, de fiets kan binnen staan, maar de kamer is wat versleten en niet schoon. Beetje treurig. Op aanraden van de receptioniste gaan eten in een pub aan de overkant van de rivier, The Red Lion.


Wisbech – Holbeach, zondag 18 augustus, 32 km

De rivier voor het hotel, die gisteren heel laag stond, is nu zeker 3 meter gestegen, en ik zie de vloed hard binnenstromen. Het is een getijdenrivier, zoals alle rivieren hier in dit kustgebied.

Het ontbijt in hotels in Engeland is in de weekends vaak later dan op doordeweekse dagen. Hier is het wel erg laat, pas vanaf 09.00 u. Als ik rond die tijd de ontbijtkamer binnenloop is er net een gezelschap van 10 man voor me. En dat is voor de onervaren serveerster en de keukenstaf blijkbaar te veel en te moeilijk. De serveerster komt niet naar mij en na mij binnengekomen mensen toe om bestellingen op te nemen (koffie/thee, warme gerechten). Eerst wordt aan de tafel van 10 alles uitgeserveerd. Ik begrijp dat niet alles tegelijk kan, maar niet eens een bestelling opnemen? Ik neem maar een bakje cornflakes en een banaan, en na een half uur vertrek ik; heb geen zin nog langer te wachten. Maar zo sta ik wel vroeger dan anders buiten en kan gaan fietsen. Elk nadeel heeft zijn voordeel, aldus Cruijff . De stad uit gaat aardig, maar verderop ontbreken geregeld bordjes, of hebben ze zich verdekt opgesteld.
Moet ik nu links of rechts? Is er ergens een bordje, en waar staat dat dan?
Het hangt er echt. Gewoon goed kijken, dus!

Wisbech ligt in een puntje van de county Cambridgeshire, maar nu ben ik al in de county Lincolnshire aangekomen. Het landschap is hier heel Hollands.

Zeker als ik op de Groenedijk fiets. Aan het einde van de dijk, een kilometer verderop, staat een bakstenen huis.

En zo heet het:

Naderhand lees ik ergens dat dit deel van Lincolnshire het district South Holland is. Vandaar. Uit nieuwsgierigheid heb ik even e.e.a. opgezocht, en de achtergrond van dit landschap en de naamgeving is het volgende. In de 17e eeuw werd een aanvang gemaakt met de droogmaking van het moerassige veengebied The Fens, hier in het oosten van Engeland, door Cornelis Vermuyden, een Zeeuwse waterbouwkundige die Nederlandse waterbouwtechnieken introduceerde. Met hem kwamen enkele honderden Nederlandse werklieden naar Engeland, en deze gaven hun nederzettingen vaak Nederlandse namen. Doordat de opdrachtgevers van Vermuyden sommige werken om financiële redenen uitstelden, werden zijn plannen nooit geheel uitgevoerd. Toen aan het eind van de 17e eeuw een groot deel van het drooggemalen land daarom weer onder water kwam te staan, kreeg hij de schuld. Rond 1950 werden wederom Nederlanders aangetrokken om advies te geven over de afwatering van The Fens. In feite kwam hun plan voor een groot deel overeen met een nooit uitgevoerd voorstel van Vermuyden, van 2 eeuwen daarvoor. Pas in 1962 werd de waterhuishouding definitief verbeterd. Toch leuke weetjes.

Vertrouwd hier is ook de straffe wind, die ik vandaag deels mee en deels tegen heb. Maar ik ben al rond lunchtijd in Holbeach – had opzettelijk een wat kortere etappe ingepland. Na wat gegeten te hebben in de plaatselijke pub ga ik naar m’n B&B, Elloe Lodge, een mooi groot huis uit 1920, dit keer eens niet armoedig. Fijn. De eigenaresse is een aardige, breekbaar ogende oudere dame.

’s Middags verder op m’n gemak aan de blog gewerkt en ’s avonds gaan eten bij een Indiaas restaurant, wat me aanbevolen werd door de B&B eigenaresse en er van buiten als een eenvoudig afhaaltentje uitziet maar van binnen verrassend gezellig en druk is, met wel 4 attente obers . Erg goede curry.

6-11 augustus, Rochester - Beccles, 281 km. Totale reisafstand 793 km.

Het schiet niet erg op met regelmatig bloggen! Te vaak kom ik pas heel laat in de middag – zeg maar begin van de avond – bij mijn hotel aan, en er is dan eenvoudigweg geen tijd meer voor, met alle noodzakelijke dingen die dan gedaan moeten worden (fietswasje, douchen, eten). En ik kom vaak pas zo laat aan, omdat ik telkens weer de afstand korter inschat, of eigenlijk: de tijd die het kost de dagafstand te fietsen te kort inschat. Met al het puzzelen, obstakels nemen en gedwongen heuvels oplopen keldert mijn gemiddelde snelheid op sommige dagen tot onder de 10 km/u…… En dit is dan nog met pauzes buiten beschouwing gelaten, dus pure fietssnelheid (langzaamheid). Het is niet anders. Maar goed, hier dan toch de verslagen van de afgelopen 6 fietsdagen! En onder “foto’s” de foto’s per dag, en via “alle reisverhalen” rechts in het beeld vind je alle reisverhalen in volgorde.


Rochester – Gravesend, vrijdag 6 augustus, 20 km

De hele ochtend heb ik gewerkt aan de blog van 1-5 augustus, eerst op m’n kamer, en daarna in de pub van het hotel. Dit behoort tot een keten, Wetherspoon, en is goedkoop en populair. Ze hebben inderdaad vette pub-happen, maar je kunt ook iets gezondere keuzes maken, en zo ontbijt ik met “Eggs Royale” (muffins met gepocheerd ei, gerookte zalm en rucola), een vers fruitsalade en onbeperkt koffie voor slechts GBP 8!

Zodoende vertrek ik pas in de middag. De temperatuur is lekker, maar het waait hard, zeker als ik de brug over de Medway overga.
Een stad uit is altijd wat complex. Er zijn opbrekingen, ik moet een steile heuvel over en kom langs militair terrein waar een streng bord staat dat dat fietsers moeten afstappen – en zo loop ik dus weer een eind. Eenmaal de stad uit moet ik de heuvels over naar het stroomgebied van de Thames, die min of meer parallel noordelijk van de Medway ligt. Opvallend hoeveel afval hier langs de weg ligt. Waarom? Willen mensen graag op een vuilnisbelt leven? En kun je iets wat je vol hebt meegenomen, niet leeg mee terugnemen?
Ook de alom aanwezige fastfoodrestaurants dragen in belangrijke mate bij aan dit probleem. Maar het is natuurlijk vooral de verantwoordelijkheid van de mensen zelf. En het zijn hier niet alleen blikjes, plastic flessen en kartonnen etensverpakkingen; ik zie ook kapotte kinderwagens, wasmachines en bouwafval langs de weg liggen…… Na de heuvels kom ik bij een vlakte langs de Thames waar een stenig, net fietsbaar paadje door de National Cycle Network is uitgezocht. Met mooie in het wild groeiende vlinderstruiken, dat wel.
Het terrein is enerzijds militair oefenterrein, maar nu grazen er loslopende paarden en koeien. Leuk stuk om te fietsen! Na het nemen van een fietshekje,
waar ik steeds bedrevener in word , komt het pad uiteindelijk uit bij een bedrijventerrein van Gravesend met autosloperijen e.d. en wederom ontzettend veel afval.
Aan het eind is het pad met een hek afgesloten en moet k m’n weg uit het terrein zoeken. Dan is het nog maar een klein stukje naar m’n hotel van vanavond, “The Clarendon Royal Hotel”. Klinkt chic en op booking.com leek het ook heel wat, maar het valt nogal tegen. Hoog vergane glorie gehalte. Klein warm kamertje, waar de vouwgordijnen niet naar boven kunnen worden getrokken om iets van frisse lucht binnen te laten. Met klemmetjes die ik bij me heb improviseer ik e.e.a. Op het grasveld met picknickbanken aan de Thames, voor het hotel, drink ik een welverdiend 0.0 biertje.
En zit daar een tijdje in het late middaglicht, voordat ik met het avondritueel begin.


Gravesend – Chelmsford, woensdag 7 augustus, 54 km

Vandaag is me nog eens heel duidelijk geworden – voor zover ik het nog niet wist – in wat voor een geweldig fietsland wij wonen. Met veel aparte fietspaden, speciale fietsrichtingwijzers (die witte met rode opdruk) en duidelijke regels voor fietsers, als volwaardige verkeersdeelnemers. Want dat is er hier in Engeland maar heel beperkt. Het was dus niet zo’n beste dag. Als iemand me het vandaag had gevraagd zou ik absoluut hebben afgeraden hier te gaan fietsen. Wat een drama! Mijn fietstraject van vandaag was vooral een combinatie van een puzzeltocht en een hindernisbaan. Ik ben van 09.00 tot 18.30 u onderweg geweest, met slechts 2 pauzes van een half uur, en heb daarin dus 54 km weten af te leggen. Ik ben nu veel vermoeider dan die dag in Zeeland, toen ik drijfnat geregend ben, maar wel 99 km had gefietst. Ik heb het echt een beetje gehad. Oké, genoeg gemopperd, nu even een feitelijk verslag. De dag begon met de oversteek van de Thames, in een klein veerbootje voor voetgangers en fietsers, vind ik altijd leuk.

Aan de overkant - in county Essex – fiets ik eerst langs de rivier naar het oosten en kom daar bij het historische Tilbury fort. Ook in stervorm gebouwd, zoals veel Nederlandse forten en waterliniewerken.
Volgens mijn kaart, van Sustrans, liep het fietspad daar dood, maar volgens Google maps zou je er verder kunnen rijden, en dat zou een stuk afsnijden. Helaas, Sustrans had gelijk. Dus weer rechtsomkeert gemaakt en na enige tijd route 13 weer opgepakt. Had ik hiervoor, in Kent, al wat heuvels gehad, hier in Essex beginnen ze gelijk nog een stuk steviger.

Zoals altijd is het een beetje mijn weg zoeken, mede omdat recent de weg is gerenoveerd. En zo kom ik ineens op een stuk bijna-snelweg met gescheiden rijbanen en hard rijdende auto’s. Dat lijkt me niet zo verstandig, en ik zie dat er een fietspad even van de weg af ligt, maar afgescheiden met een hekwerk. Wat nu? Dan komt mijn redder in nood, een vriendelijke spraakzame oudere man die aan komt fietsen en die omstandig uitlegt waar ik heen moet, en dan mijn bagage aanpakt over het hek en vervolgens mijn fiets. Maar dan moet ik er zelf nog overheen, en het hek is nét iets te hoog…. Ik bedenk al dat ik mijn spullen weer terug zal pakken en de paar honderd meter over het gras terug ga lopen, maar dan komt de man aan met een paar bakstenen die daar toevallig liggen, en zo kan ik er precies overheen stappen!

De fietsvoorzieningen en -aanwijzingen zijn niet altijd even best hier, maar de mensen zijn wel heel aardig, en dat maakt een hoop goed! De man fietst dan ook nog een stuk met me mee om me goed uit de wijk te loodsen. Deze hindernis heb ik dus gehad. Daarna volgen wat “normale” hindernissen, zoals nog een heel steile heuvel:
Daarna moet ik een stuk door een bosgebied, en aan de manier waarop de fietsbordjes daar verborgen staan, overwoekerd door braamstruiken, had ik natuurlijk al kunnen vermoeden dat het mis zou gaan.
In het bos krijg ik op een gegeven moment het idee dat ik de verkeerde kant opga, maar het bos is dichtbegroeid, en ik zie maar een klein stukje bewolkte lucht, en het gaat ook nog even regenen, dus het is lastig te bepalen. Ik volg toch trouw de bordjes, maar na 25 minuten kom ik weer precies uit bij het punt waar ik het bos ben ingegaan….. Dat ga ik niet nog eens proberen! Ik fiets er met een omweg omheen. Dat lukt, mede dankzij de hulp en aanwijzingen van een vriendelijk jong meisje en later van een aardige oudere vrouw. Verder veel op stoepen gefietst, met geregeld op- en afstappen. Toch ook nog langs een mooi landweggetje gekomen,
en laat in de middag nog een heuveltje....
Als toetje ligt mijn kamer in het overigens aardige hotelletje Riverside Inn in Chelmsford op de 3e verdieping!
Wel heel goed geslapen.


Chelmsford – Colchester, donderdag 8 augustus, 66 km

Vandaag was het een betere dag dan gisteren. Weliswaar nauwelijks sneller kunnen fietsen, maar dat kwam door veel steile hellingen, niet zozeer door erg veel gezoek. Chelmsford uit fietsen gaat vrij goed en ik kom bij het punt waar route 13 aansluit op route 1 en vervolg dan die, als het goed is tot aan Hull.

Fantasierijke markeringen zet de National Cycle Network op dit soort kruispunten neer! Ik kom na een uurtje uit bij een punt waar de organisatie een keuze geeft in de routes: de normale route 1 over een stenig/zanderig pad met kuilen, zo te zien 2 km lang, of een 2x zo lange omweg, maar wel over asfalt.
Ik kies voor dat laatste – de smalle bandjes van mijn Van Herwerden Road Master X Lady zijn nu eenmaal niet zo geschikt voor ruwe paden. Maar bij de omweg stuit ik op de waarschuwing “ford”, en dat betekent een doorwaadbare plaats door een rivier. Lijkt me ook niet zo handig met m’n bepakte fiets. Dus ik rij nog wat verder om, waar ik spijt van krijg. Heel veel steile heuvels en wat dwalen. Maar wel mooi onderweg, met tussen de dichtbegroeide weggetjes af en toe even een uitzichtpunt.
Terug op de route kom ik langs het plaatsje Maldon, dat ligt aan de monding van een riviertje en de Heybridge Basin, een baai direct in open verbinding met de zee. Pittoresk haventje, en alle schepen liggen vast op de modder/zand, want het is eb.

Verder rond de baai kom ik bij het sluisje van de rivier. Het is er druk met dagjesmensen.
Het routebordje 1 wijst heel duidelijk naar het betonnen voetpad langs de baai, en dat volg ik een tijdje, maar krijg toch het idee dat het niet klopt. Ik vraag het aan een voorbijganger, maar de man is wel aardig, maar weet het ook niet precies. Toch ga ik maar terug, en volg de gewone weg. Een paar honderd meter daarna zie ik dat ik inderdaad weer op de goede route zit. Later in de middag ontbreken er op verschillende plaatsen bordjes, en moet ik goed op de kaart kijken waar ik moet afslaan of een bocht nemen. En af en toe even in de berm kijken.
In Colchester heb ik een kamer geboekt in een klein hotel dat gerund wordt door een Spaanse familie. Ze raden me o.a. Thais restaurant aan. Hoe internationaal wil je het hebben?


Colchester – Woodbridge, vrijdag 9 augustus, 64 km

Het ontbijt hier is zeer matig, met smakeloos wittig roerei, waterig sinaasappelsap uit een pak en een plastic potje met mierzoete vruchtenyoghurt. Spanjaarden die een Engels ontbijt proberen te maken, dat gaat gewoon niet goed! In een postagentschap beneden aan de weg (die zie je hier in veel winkels) stuur ik routekaarten die ik niet meer nodig heb naar huis. Ik twijfel of ik ook wat kleding terug zal sturen – het is hier nu al een tijd vrij warm en mogelijk heb ik niet alles nodig. Vlak voor ik Colchester uit fiets kom ik langs een winkelcentrum waar bij het Halford’s filiaal groot aangegeven “bike repair” staat. M’n banden beginnen wat zacht te worden, mogelijk kunnen ze hier opgepompt worden? Dat kan! De aardige, heel lange, jongeman loopt met me mee en geeft de banden een stevige oppepper. Verder leuk gesprek over fietsen – hij is wel eens in Nederland geweest en is jaloers op onze fietsfaciliteiten. En op de lengte van onze hotelbedden! Vervolgens weer veel steile wegen, ook in woonwijken:

En met enige regelmaat ontbreken route-aanduidingen. Zo ook bij een pub op een kruispunt, waar ik van de nood een deugd maak en op m’n gemak lekkere koffie drink en met behulp van google maps de richting bepaal.
Hier ook gezocht naar hotel voor vanavond. Blijkt lastig en duur, zo tegen het weekend. Maar ik vind toch iets in Woodbridge. Dan weer op weg. Het is mooi weer, zelfs vrij warm, 25-26 graden. Mooie huizen in deze streek, mooie uitzichten, pittig fietsen.

Rond half vier kom ik bij een punt waar het fietsroutebordje naar rechts wijst, maar volgens een omleidingsbord is de weg daar geblokkeerd.

Maar geldt dat ook voor fietsers? En hoeveel omrijden is het, en belangrijker, kom ik ergens weer terug op de route? Ik pak de richting van de omleiding, maar na een paar honderd meter bel ik aan bij een huis, waar een vrouw met een baby op de arm me verzekert dat ik er nog gewoon door kan. Zó blij dat ik het even gevraagd heb! Dus toch weer omgekeerd. Zodra je bij een wat grotere plaats komt, zoals nu bij Ipswich, hebben de routemakers van het National Cycle Network geprobeerd om alternatieve paden en weggetjes te vinden om je zonder al te grote verkeersdrukte toch in de binnenstad te laten komen. Dat resulteert in soms héél smalle paadjes achter garages, langs spoorlijnen e.d.
Het is dan laveren tussen de brandnetels en de doornige bramenstruiken.
Na een korte drinkpauze in de binnenstad van Ipswich ga ik op weg voor de laatste 15 km, en dan kom ik op dit punt:
Hello Hetty, did you see? I did not know I would cross the Atlantic plus the American continent and get so close to your place this trip ! What a nice surprise!

Woodbridge blijkt een aardig plaatsje, en ook het hotel is leuk. Zou hier eigenlijk nog wel een nachtje willen blijven, en dus een rustdag inlassen, maar het is niet zeker of dat lukt, even morgen afwachten. De hamstringpees in mijn rechterbeen doet pijn, mogelijk door het vele op- en afstappen. Een dag rust zou fijn zijn.


Woodbridge – Yoxford, zaterdag 10 augustus, 41 km

Helaas, er is toch geen kamer vrij in The Bull Inn. De eigenaresse verwijst me naar een ander hotel hier in Woodbridge, maar ook dat zit vol. In een koffietentje ga ik nu naarstig op zoek op booking.com, en ik vind wat. Opgelucht ga ik terug om m’n boeltje te pakken, en dan krijg ik bericht dat boekingen elkaar gekruist hebben en kan ik weer beginnen. Vind uiteindelijk een veel te duur hotel in Yoxford, ca. 6 km van de route af. Maar het is wel goed volgens de reviews en ziet er vrij chic uit. Dus maar op weg. Het stórmt vandaag! Het is niet koud, en ik heb de wind grotendeels mee, maar het is heel vermoeiend fietsen, telkens die windvlagen. Voor het eerst deze tocht zet ik mijn helm op. Ook tegen vallende takken. De hamstringpees vind het allemaal niet leuk, en ik onderhand ook niet meer. Ben echt moe. Ik neem voor mijn doen dan ook bijzonder weinig foto’s vandaag. Wel deze, die laat zien hoe niet meer nodige telefooncellen in Engeland soms opnieuw gebruikt worden:

Halverwege, in Framlington drink ik thee. Als ik wegfiets kijk ik even opzij, en daar ligt zomaar dit imposante kasteel.
Toch nog even een beeld van onderweg:
Even over vijven kom ik bij het hotel in Yoxford aan, dat er van buiten wel goed uitziet. Binnen, bij de receptie, zie ik eigenlijk al dat het vergane glorie en rommelig is. Dito kamer.
Mooi op de foto’s, maar haren in het afvoerputje van het bad, de douche erboven geeft geen warm water en stofraggen aan het plafond van de kamer. Nadat ik gebeld heb en de jongen van het hotel het bad alsnog heeft schoongemaakt, ga ik er toch maar in. Heel groot en diep, lekker.
Voor morgenavond heb ik alvast een kamer geboekt in een Wetherspoon hotel in Beccles, van dezelfde keten als die in Rochester, die me goed beviel. En voor een derde van de prijs van dit hotel…..


Yoxford – Beccles, zondag 11 augustus, 36 km

Vandaag een heel wat betere dag dan de afgelopen paar dagen. De temperatuur is goed, het waait nog wel hard, maar het is niet meer zo’n storm als gisteren en ik fiets vrij makkelijk. Ik slaag erin met een afsnijding weer terug op de route te komen, uiteraard over een heuvel heen. Boven, over de weg en over de akker naast de weg, schieten allemaal patrijzen driftig weg als ik aan kom fietsen. Verderop staat een graansoort die ik niet ken, allemaal kleine bolletjes, iemand een idee?

Het is mooi hier, en landelijk. De route voert over kleine binnenweggetjes met weinig verkeer. Eigenlijk zo’n beetje als ik het me had voorgesteld. (Overigens zit ik al een tijdje in county Suffolk – weet niet meer precies waar die grens met Essex liep.) Na zo’n anderhalf uur kom ik in het plaatsje Halesworth via een echt fietspad door een graasgebied van koeien en vervolgens een park. In de hoofdstraat hou ik een koffiepauze bij een klein eettentje en raak daar in een leuk gesprek met de eigenaresse, die halve marathons loopt en mee wil doen met een nachtelijke fietstocht vanuit Londen van 160 mijl (meer dan 250 km!). Ook met de man die aan het andere tafeltje zit heb ik een heel gesprek. Dat is toch wel erg leuk van Engeland, dat je zo makkelijk met mensen aan de praat raakt. Natuurlijk omdat er geen taalprobleem is, maar de mensen hier zijn ook gewoon aardig en spraakzaam.
Dan weer op weg. Na een tijdje kom ik zowaar een andere vakantiefietser tegen, die zie je hier niet zoveel. Hij heeft een heel stoere, zwaar bepakte fiets.Het blijkt een Fransman uit La Rochelle, die sinds april onderweg is. Hij is al door Schotland en de Orkney eilanden gekomen, en is nu op weg naar Dover. Mogelijk gaat hij ook nog door België en Nederland. En kennelijk heeft hij geen eindtijd voor ogen, een echte avonturier dus! We gaan elk ons weegs en even later is het goed opletten bij deze spoorwegovergang:
Nog een landelijk plaatje:
Onderweg was ik op deze smalle weggetjes al tweemaal een grote vrachtwagen tegengekomen met paardenvervoer. Passeren gaat dan heel rustig, ik duik de kant in en de vrachtwagen rijdt langzaam voorbij. Maar nu zie ik waar ze naar op weg waren, kennelijk:
Er is een paardenveldrace geweest of hoe zoiets ook mag heten. Vind het wel een typisch Engels beeld. Bij de toegangsweg naar Beccles staat dit historische gedenkteken – apart.

In Beccles zelf wordt een rommelmarkt gehouden, ook pal voor mijn hotel. Het is even manoeuvreren om er doorheen te komen met de fiets zonder iemand of iets te raken!

Het hotel en de pub zijn zoals ik verwachtte, levendig en behoorlijk. Na inchecken e.d. heb ik nog tijd om de plaatselijke belltower te beklimmen.

Morgen weer verder!


1-5 augustus, Dunkerque - Rochester, 210 km. Totale reisafstand 512 km

En hier zit ik nu, in Rochester aan de Medway. Vier dagen gefietst, 1 dag strandvakantie. M’n ervaring met eerdere fietsreizen is dat ik altijd te voorzichtig en te ruim plan. (Dit in tegenstelling tot m’n normale tijdplanningen.) Maar nu lijk ik toch niet al te ruim in de tijd te zitten; het fietsen in Engeland gaat niet erg vlot. Dit komt door verschillende oorzaken: de routebordjes ontbreken soms of staan zĂ©Ă©r verdekt opgesteld, de route zelf kent nogal wat obstakels (hekjes waar je amper door kunt bv.) en dit gedeelte van Engeland zou ik bepaald niet vlak willen noemen…… Maar goed, we gaan dapper verder, en anders is er altijd nog de trein naar Hull. Hieronder de van dag tot dag verslagen, onder “foto’s” de foto’s per dag, en via “alle reisverhalen” rechts in het beeld vind je alle reisverhalen in volgorde. Hieronder een kaartje met o.a. de verblijfplaatsen de afgelopen dagen: Dunkerque, Dover, Broadstairs, Sittingbourne en Rochester. 


Dunkerque – Dover, donderdag 1 augustus, 61 km

Ik heb besloten de veerboot niet van tevoren te boeken. Dat scheelt me gehaast, stress, en bij eventueel te ruim plannen, lang wachten. Dan maar wat duurder. Gisteren heeft mijn navraag naar de beste fietsroute van Dunkerque naar Calais weinig opgeleverd. Het wordt dus een combinatie van puzzelen, goed op de kaart kijken en richtinggevoel. Is natuurlijk ook wel wat spannender dan braaf een bestaande route of richtingbordjes volgen! Voor m’n ansichtengalerij post ik een ansichtkaart aan mezelf bij het plaatselijke postkantoor. (Jawel, net zoals Mr. Bean  ). Tegenover het postkantoor staat een jaren 50/60 gebouw met een gevelsteen met een afbeelding in de typische stijl van die tijd. 

De stijl heeft vast een naam, wederopbouw? Vaak zijn het wat stoer aandoende, opgewekte voorstellingen. Vorig jaar in Dessau (voormalig Oost-Duitsland), dat ook helemaal verwoest werd in WO II, zag ik in het nieuw opgebouwde centrum precies zulke decoraties op de gebouwen. Echt een tijdsbeeld. Zoals verwacht is het wat zoeken en heen en weer rijden om de juiste weg te vinden, maar het lukt toch vrij aardig. Er is zowaar af en toe een fietspad. Ik kom door een aantal voorstadjes waar bij de ruim aanwezige pharmacies in het groene neonkruis o.a. de temperatuur wordt aangegeven. En dat loopt uiteen van 25, 30, 23 tot 18 graden! Gemiddeld dus 24 graden, dat zou wel eens kunnen kloppen…. Bij Loon-plage, wat ondanks die naam toch een stuk landinwaarts ligt, dreigt het even mis te gaan met de fietsroute. Ik kom uit op een rotonde, vanwaar alleen maar grote drukke wegen gaan. Even rijd ik op zo’n weg, zonder fietsstrook o.i.d., waar 90 km/u gereden mag worden en vrachtwagens met minstens die snelheid me voorbij denderen. Niet fijn. Ik maak rechtsomkeert en vind via een andere afslag een landweggetje dat me uiteindelijk naar Gravelines voert, een vestingstadje dat van oorsprong Grevelingen heette.
Daar ga ik op het centrale plein koffiedrinken. Als ik de fiets bij een blinde muur bij een bank neerzet, zie ik ineens het kilometertellertje als een razende op hol slaan, terwijl de fiets stilstaat. Snelheden van meer dan 100 km/u schieten voorbij. Ik haal vlug het tellertje van de fiets af en loop weg van de muur – dan staat het weer stil. Ik heb dit al eens eerder meegemaakt, toentertijd bij hoogspanningskabels. Kennelijk is er een soort straling bij de bank? Met weer een beetje zoeken vind ik een rustige weg naar Dover, en als deze ook drukker wordt, wijk ik uit naar een kleiner weggetje dat parallel loopt, dichterbij de kust en langs verspreid staande huizen en een paar campings. De temperatuur is nog steeds goed en het is zonnig, maar het is steeds harder gaan waaien. Een tandje terugschakelen dus, letterlijk. Ergens sla ik even naar rechts af, om de zee te kunnen zien.
Het is bij een soort moerasdelta, mooi! Dan kom ik bij Calais en zie al gauw hoge hekken met prikkeldraad erboven langs de weg. Geen fijn beeld.
Het is zoeken naar de weg naar de ferry terminal; omdat je niet via de hoofdroute binnenkomt staan er ook nergens richtingborden, maar met een keer vragen lukt het wel. Ik fiets door een, zelfs in de stralende middagzon, wat naargeestig industrieterrein, waar alle bedrijven omheind zijn door hoge hekken. En wat betreft vluchtelingen, ik zie een man lopen met plastic jerrycans in zijn handen, en even verderop een groepje van ca. 8 mannen, hangend en zittend langs de weg, allen Soedanezen of EritreeĂ«rs, zo lijkt me. Ziet er weinig hoopvol uit. Dan arriveer ik bij de grote ferry terminal waar ik tickets kan kopen bij 2 maatschappijen. Bij DFDS vraagt de lokettiste naar het kenteken van mijn auto. Ik leg uit dat ik haar dat best wel wil geven, maar dat mijn auto in Wateringen staat  . En dat ik alleen een kaartje voor mij en mijn fiets nodig heb. Maar nee, dat kan niet, DFDS doet alleen auto’s. Dus naar de balie ernaast en een kaartje gekocht bij P&O Ferries. De boot gaat om 18.15 en het is dan pas tegen half vier, maar de dame achter de balie maant me snel naar de controle te gaan omdat het heel druk is. Dat doe ik dan ook maar braaf en sluit achter lange rijen auto’s aan.
Na een half uurtje ben ik dan toch door beide douanes en de ticketcontrole, en dan begint het lange wachten op het opstelterrein. En dan sta ik daar, in de zon tussen de auto’s, zo’n anderhalf uur. Het is maar goed dat ik het laatste half jaar flink wat training heb gehad in lang staan: bij de Navarone concerten  ! De enige twee andere fietsers voor de ferry staan vlak voor me in de rij, een vader en zoon, zo te zien, ook Nederlanders. Maar de mannen hebben duidelijk weinig interesse in een praatje. Dan niet! Maar ik begrijp wel dat ze nog niet veel ervaring hebben met vakantiefietsen en zie ze ook wat onhandige dingen doen. Zo verwisselt de zoon zijn fietsschoenen voor gewone schoenen, en moet daarvoor in beide tassen diep graven: hij heeft in elke tas Ă©Ă©n schoen gedaan. Dan komt eindelijk de veerboot er aan. 
Het ontschepen duurt lang, maar dan mogen de vrachtauto’s de boot op. Ik ga even kijken hoe dat vordert als ik ineens luid getoeter hoor: mijn wachtrij is nu als eerste aan de beurt! Ik ren terug naar mijn fiets en rij zo snel mogelijk weg, de hoge helling op naar het schip. Gelukkig gaat terugschakelen naar standje 1/1 gelijk goed, zodat ik niet af hoef te stappen voor het oog van al die nog wachtende automobilisten! De fiets wordt aan de zijkant van het parkeerdek met een touw vastgesjord, en ik ga naar boven. De overtocht duurt ongeveer een uur, en dan doemen de beroemde “White Cliffs of Dover” op. 
Bij het ontschepen doen de twee medefietsers weer heel onhandig, omdat ze snel van de boot willen. Eerst proberen ze met hun fietsen langs de strak geparkeerde vrachtauto’s naar buiten te komen (is veel te smal). En als de rij vrachtauto’s naast ons gaan rijden pogen ze ertussenin de smalle, hoge oprit naar de wal te nemen. De steward schreeuwt ze terug en ze krijgen een stevige reprimande. Is ook levensgevaarlijk. Uiteindelijk mogen wij fietsers pas als allerlaatste van boord. Mijn hotel (weer zo’n complexe naam: Best Western Plus Dover Marina Hotel & Spa) ligt een stukje verderop, aan de zeepromenade. 
Eerst krijg ik een benauwd klein eenpersoonskamertje, waar de ramen zijn vastgezet zodat ze alleen op een kiertje open kunnen, omdat anders duiven en meeuwen naar binnen vliegen, en dat vind ik zelfs voor 1 nacht niet te doen. Ik krijg een gratis upgrade naar een iets grotere kamer met airco. Wel loopt de vloer daar heel scheef. Op de boot had ik nergens last van, maar hier loop ik als was ik half dronken door de kamer. Later blijkt dat je de badstop ook niet meer los kunt krijgen. (Je kunt hier alleen douchen staand in het smalle bad, zonder vlakke bodem, en met een douchegordijn dat tegen je aan plakt. Lastig genoeg.) Als ik de volgende ochtend vertrek, zit het bad nog vol. Kortom, het hotel heeft een hoog Fawlty Towers gehalte!


Dover - Broadstairs, vrijdag 2 augustus, 46 km

Eerst nog getwijfeld of ik hier nog een dagje blijf en bv. het Dover Castle ga bekijken, maar de prijs van 1 nacht extra in het weekend, 220 pond (ca. EUR 240), doet me besluiten toch maar op de fiets te stappen. En dan is er hier ook nog de kans op ongewenste gasten: 

Ik vind en reserveer op booking.com voor de komende nacht een charmant hotelletje in Broadstairs, aan de uiterste oostkust van Kent, tussen de grotere badplaatsen Ramsgate en Margate in. Dan ga ik welgemoed op pad, maar dat blijkt niet mee te vallen. Hoe kom je op je fietsje weg vanuit dit havengebied? 
Na enkele eigen pogingen, 2 achtereenvolgende en tegenstrijdige aanwijzingen van vriendelijke voorbijgangers en zo’n 3 km vruchteloos heen en weer rijden langs de promenade, vind ik dan toch de weg naar Deal, halverwege de route naar Broadstairs. En dat is steil omhoog de kliffen van Dover op. Zo steil dat er amper tegenop te lopen is met de zwaar bepakte fiets, laat staan fietsen. Als ik eindelijk boven ben, twijfel ik even of ik Dover Castle zal gaan bezichtigen, maar als dit soort hellingen me vandaag nog meer te wachten staan, kan ik beter doorfietsen.

Hierna blijft het flink heuvelig, en ik vorder moeizaam. Ik volg nu de Engelse lange afstandsfietsroutes, The National Cycle Network van de organisatie Sustrans, eerst de no. 1, en daarna de no. 15. Het staat redelijk aangegeven met bordjes, maar onvermijdelijk is het af en toe zoeken. Als ik na 3 uur bij het kustplaatsje Deal kom, heb ik pas 18 km afgelegd. Enig gevoel van wanhoop bekruipt me. Na een lunch met koffie en een fors uitgevallen tonijnsandwich bij een wat alternatief eettentje midden op de “village green” langs het strand heb ik weer energie gekregen, en het resterende deel van de dagroute is iets minder zwaar. Ik raak bij een uitzichtpunt bij Viking Bay nog in gesprek met 2 mannen op een tandem, en ja, toch ook even over de Brexit. Vinden zij geen goed idee. 
Mijn remmen, die al eerder nogal piepten, gaan steeds harder tekeer. Ze gillen nu. Stel je een luid fluitende stoomtrein voor, en dan écht hard, en dan kom ik op m’n fietsje naar beneden zetten. Als er mensen in de buurt zijn kijken ze allemaal op. Ik schaam me dood. Maar niet remmen is natuurlijk geen optie…….. Ik kom door Ramsgate, een typisch Engelse badplaats. Pittoresk aan de ene kant, maar ook erg toeristisch. Wel leuk haventje.
En ook hier mist er een routebordje en ik kom uit op een parkeerterrein aan zee waar een aantal campers staan. Maar als ik er vlak langs fiets zie ik dat dit geen toeristen zijn, en het paadje waarop ik terugfiets ligt vol afval en menselijke uitwerpselen. Dit moeten zogeheten Engelse travellers zijn. Als ik weer op de juiste route zit is het nog maar een klein stukje naar Broadstairs, waar ik over zevenen aankom. Lijkt een heel aardig plaatsje. Ook het kleine hotel is leuk en ik krijg een ruime kamer op de begane grond. Daarachter kan mijn fiets veilig staan. 

In de keuken werkt een vrolijke kok met sterrenambities: ik eet “skate wing with samphire and brown shrimps”, oftewel rogvleugel met zeekraal en kleine garnalen. Geen standaardkost in Engeland. Er dineert ook een jong Vlaams stel en aan het eind van de maaltijd hebben we een gezellig gesprek.


Broadstairs, zaterdag 3 augustus, niet gefietst

Vandaag een rustdagje ingelast, en hoewel niet gefietst, wel veel gelopen en uiteraard ben ik in zee gaan zwemmen. Het is licht bewolkt, met een aangename temperatuur. Na het ontbijt loop ik eerst naar het zuiden, naar het hoofdstrand van Broadstairs. Alles ziet er erg vrolijk uit, zeker met de strandhuisjes in bonte kleuren. 

Ik loop met m’n voeten door het water het hele strand over naar de andere kant.
Vandaar loop ik door naar de volgende baai en zie dat de vloed aan het opkomen is.
Om de hoek drink ik op m’n gemak koffie bij een klein snacktentje op het betonnen voetpad, en later wandel ik weer terug. Ik ga dan bovenlangs het strand, waar een parkje is. 

In het parkje staan ook wat informatieborden over deze Viking Bay, waar dit strand een onderdeel van is. (De fietsroute 15 die ik momenteel volg heet hier ook Viking trail.) Ik neem een late lunch met een salade op een heerlijk, wat verscholen en beschaduwd plekje op een terras aan de promenade; het is inmiddels zonniger en warmer geworden. Dan loop ik terug naar het hotel, dat aan de noordelijke Stone Bay ligt, en waar, zoals iemand me vertelde, de plaatselijke bewoners naar het strand gaan. 
Het is daar inderdaad wat rustiger en ik ga er zwemmen. Er is wat kelp (zeeplanten) waar je doorheen moet, maar verder is het water behoorlijk schoon. Als ik na het zwemmen een tijdje op de kant heb zitten lezen, zie ik ineens mijn voeten: 
Tja, het zijn witte krijtrotsen hier  ! Een heerlijk luier- en rustdagje!


Broadstairs – Sittingbourne (Tonge), zondag 4 augustus, 70 km

Na het ontbijt met heerlijke scrambled eggs zoals ze overal zouden moeten zijn - wat is dit een goede kok! – vertrek ik tegen tienen. Ik schatte de afstand voor vandaag in op 65 km. Ben benieuwd hoe het gaat, want wat ze hier “flat country” noemen, is in Nederlandse begrippen flink heuvelig. De eerste echte helling, naar een baai tussen het hoogland, moet ik al lopend naar beneden doen (te steil, en nog steeds als een stoomtrein gillende remmen), en voor een deel ook lopend naar boven.

Na een paar kilometer kom ik weer bij een kustplaatsje met een “green” bovenop de klif, te vergelijken met de brinken in Nederlandse dorpjes. Er staat daar een paviljoen met banken en een man die daar zit roept iets naar me. Hij ziet er wat verlopen uit, maar geen reden om hem niet te antwoorden. Ik vraag vriendelijk wat hij zei, want ik heb hem niet verstaan. De man begint dan een onduidelijk en heftig betoog waaruit ik opmaak dat ik maar Engels moet spreken (wat ik overigens vrij behoorlijk doe, volgens andere reacties hier). Ik ben nog zo dom om te trachten uit te leggen dat Engels nu eenmaal niet mijn moedertaal is, maar dan krijg ik kwaad toegeschreeuwd: “Go away, back to the east, where you belong! And don’t you talk back to me!!” Ik fiets weg met een minachtend handgebaar, en weet dat dit gewoon een dronkenlap is en ik het me niet moet aantrekken. Maar het rare is dat dit soort opmerkingen langer blijven hangen dan alle aardige ontmoetingen en gesprekjes die ik tot nu toe heb gehad. Zijn dit dan toch de onderbuikgevoelens van de Engelsen jegens de Europeanen van het vasteland? Goed. Verder op weg over het betonnen fietspad langs de witte kalk kliffen. 

Onderbroken door een kermis – ook letterlijk – in Margate en diverse stukken waar strandhuisjes staan en waar fietsers moeten afstappen en lopen.
Ook loopt het pad op een gegeven moment dood en moet ik weer een kilometer terug. De sticker met de route-aanduiding was bijna geheel verdwenen. Dit alles, ook met de nog steeds gillende remmen, is niet goed voor mijn humeur. Lichtpuntje is dat ik wind mee heb. Bij Minnis Bay drink ik koffie – heel slap. De aardige jongen die het bracht meldt op mijn navraag dat ik dan voortaan een “double shot americano” moet vragen. Onthouden! Verderop is het traject vlakker, en zijn de kliffen verdwenen. Ik fiets nu over een dijk, bijna Nederlands plaatje. Aan het eind staat een Romeins fort, althans de ruĂŻnes ervan: Reculver Towers and Roman Fort. 
Zo ga ik verder langs de hele noordkust van Kent. Later zie ik op de route-informatie die ik bij me heb, een globale beschrijving van het rondje Noordzee, dat men gewoonlijk schuin dwars door Kent doorsteekt. Heb ik weer, doe ik de hele kustroute! Het blijft vermoeiend fietsen met het telkens ontwijken van voetgangers (het pad is gecombineerd voet- en fietspad) en regelmatig stukken moeten lopen bij de strandhuisjes. Na Whitstable gaat de route (inmiddels no. 1) een heel stuk landinwaarts en wordt weer heuveliger. Ook voert de route door een natuurgebied, waar de beruchte doorgangshekjes bij de fietspaden staan, waar ik al over had gelezen.
De poortjes zijn zo smal, dat mijn stuur er niet recht doorheen kan. Moet de stuurtas eraf halen en schuin manoeuvreren om de fiets erdoorheen te krijgen. Ik dacht dat de Engelse overheid het fietsen wilde stimuleren? Dit lijkt meer een ontmoedigingsbeleid! Vlak voor Sittingbourne verlaat ik de route en wordt door Google Maps keurig naar Tonge Barn, mijn overnachtingsplaats, geleid. 
Het is dan 19.30 u, ik heb 70 km afgelegd, en m’n gemiddelde snelheid vandaag was slechts net aan 10 km/u……. Ik ben doodmoe. Dan blijkt dat er bij deze accommodatie geen restaurant is, er wordt alleen ’s ochtends ontbijt geserveerd. Had ik niet gezien bij boeking. Dichtstbijzijnde restaurant is maar 10 minuten rijden – met de auto! – aldus de vriendelijke eigenaar van Tonge Barn. Ik zeg hem dat ik geen meter meer wil en kan fietsen en kijk kennelijk wat wanhopig. Hij regelt dan een Chinese bezorgmaaltijd en geeft me een flesje water en een glas prosecco mee naar het huisje, wat overigens erg comfortabel is. De fiets kan binnen staan, er is een aparte slaapkamer met groot dubbel bed en zacht verend tapijt, en een moderne badkamer met inloopdouche, waar ik erg blij van word. 
Na het eten kan ik dan gaan douchen en ik plof om 22.00 u éven op bed (wil eigenlijk nog wat aan m’n blog gaan doen), om midden in de nacht met alle lichten aan wakker te worden. De lichten uitgedaan en verder geslapen……


Sittingbourne (Tonge) – Rochester, maandag 5 augustus, 33 km

Na goed ontbijt aan grote gemeenschappelijke ontbijttafel (andere gasten zijn al vroeg vertrokken) stap ik om 10.15 u op de fiets. Doordat ik even de richting moet zoeken én m’n ketting er bij verkeerd schakelen afschiet (eerste keer deze tocht) duurt het nog een kwartier voor ik echt weg ben. Het miezert en het is vrij warm. Ik heb dus de keus om zonder regenjack nat te worden van de regen, of met regenjack nat van het zweet. Ik kies voor de eerste optie.

En dit is dan het resultaat  . Door Sittingbourne heen is qua route ook weer een uitdaging. Hier loopt de hoofdweg naar Sheerness, een zeehaven met veerverbindingen naar het Europese vasteland, en er is veel zwaar vrachtverkeer. De “National Cycle Network Route 1” stuurt me dan ook af en toe door nauwe achterafpaadjes en stoepen, en dan weer links en dan weer rechts van de weg. Veel afstappen. Op een smal paadje raak ik met m’n jas verstrikt in een van de overal overhangende doornentakken. Een vrouw met kinderwagen die me tegemoet komt wil me, heel vriendelijk, bevrijden, maar ze rukt bijna mijn jas kapot. Onderhoud van fietspaden staat duidelijk niet hoog op het prioriteitenlijstje van den Engelse overheid! Eindelijk uit Sittingbourne volgt een prettig landelijk stuk, uiteraard met heuvels.
En in de verte kun je de havenkranen zien bij de monding van de rivier de Medway. Om een doorsteek te maken volgt de route een heel smal overgroeid paadje en dan een stenig weggetje langs boomgaarden, steil omlaag en weer net zo steil omhoog, over privégebied. Speciaal geregeld door de fietsersorganisatie Sustrans. Was weer een kilometer lopen, en halverwege wilde ik op m’n telefoon kijken of er een alternatieve route zou zijn. Is de batterij ineens compleet leeg! Daar sta je dan in niemandsland, zonder internet. Terug in de 20e eeuw! En zelfs geen foto’s kunnen nemen. Gelukkig kom ik daarna weer snel in de bewoonde wereld, en in een voorstadje van Rainham is er zowaar een pub. Dus daar het toch af en toe aangeschoten regenjack binnenstebuiten te drogen gehangen, de telefoon opgeladen, koffie gedronken, en aan m’n dagboekje gewerkt. Na een uurtje weer verder en met een beetje zoeken vind ik het fietspad dat langs de rivier de Medway voert - er ontbrak weer een richtingbordje of het stond héél verdekt opgesteld.
De route is hier mooi, met verre uitzichten over de brede rivier. Er is toch iets van de geschiedenislessen van vroeger op school blijven hangen, want ik moet ineens denken aan de historische Tocht naar Chatham, oftewel Slag bij Medway, door Michiel de Ruyter. Heb het even opgezocht: in 1667 voer hij de Medway op tot aan Chatham, diep in het binnenland, en viel de daar gelegerde Engelse oorlogsvloot aan, vernietigde 13 schepen en sleepte 2 schepen mee terug naar Nederland. En nu fietst Tanja de tocht naar Chatham  ,
En dan te denken dat ik ruim een week geleden in Vlissingen bij het standbeeld van Michiel de Ruyter stond. Mooi toeval. Dan kom ik door de stedelijke agglomeratie die nu rond Chatham ligt, met Gillingham en Rochester.
De overheid heeft het hier wel veilig gemaakt voor fietsers, met soms aparte fietspaden, maar het is een ramp om doorheen te fietsen. Zóveel stoplichten waarbij je als fietser net als voetgangers apart, per rijbaan, moet wachten met oversteken. Zo’n beetje om de 50 meter is het stoppen, wachten, overlopen, weer wachten, overlopen en weer op de fiets klauteren. En dan ook nog regelmatig van stoep wisselen, links of rechts van de weg……. Dan eindelijk ben ik bij het hotel in Rochester, The Golden Lion Wetherspoon.
Het is een grote, levendige pub met een aantal recent mooi opgeknapte kamers erboven. Na douche nog even door de hoofdstraat naar Rochester Castle gelopen, dat uitkijkt over de Medway.

Daarna in de pub voor nog geen 7 euro heel behoorlijk gegeten. En verder aan de blog gewerkt. Vandaag was m’n gemiddelde snelheid 9,8 km/u, schiet natuurlijk niet echt op. M'n remmen piepen inmiddels gelukkig iets minder.






29-31 juli, Sluis - Dunkerque, 118 km, totale reisafstand 302 km

Hallo,

Hier in Duinkerken (Frans: Dunkerque, Vlaams Duinkerke) blijf ik een extra nachtje om de stad te bekijken. Ook mooie gelegenheid de blog bij te werken. Hieronder de verslagen van de afgelopen 3 dagen, en onder foto’s de fotoseries per dag. Wil je een makkelijk overzicht hebben van alle reisverhalen, klik dan aan de rechterkant van het scherm op “alle reisverhalen”.

Sluis – Nieuwpoort Bad, maandag 29 juli, 81 km

’s Ochtends nog even aan de blog gewerkt en weer de juiste werkwijze gevonden om foto’s tussen het verslag door te plaatsen, waardoor ik pas laat ga ontbijten. Gesprek met vriendelijke ober, die meldt vorig jaar op doorreis zelf in Calais te zijn geweest, en dat het zien van al de vluchtelingen daar erg aangrijpend was. Ik bereid me er mentaal op voor. Al met al vertrek ik pas om 11.30 u en fiets langs het centrum van Sluis.

Ik pak daar de LF1 route weer op en fiets langs een recht kanaal na 2 km al België binnen. Er staat geen grenspaal of enig andere aanduiding, maar ik kan het zien aan de wegbordjes en merken aan het asfalt…… Langs het kanaal loopt de route gedurende 10 km en ergens halverwege is net zo’n draai/trekpontje voor voetgangers en fietsers als over de Vlaardingervaart bij mij in de buurt. Handig, en je traint naast de beenspieren ook even de armspieren!

Het is een prettig stukje fietsen: de temperatuur is lekker, er staat een mild windje, het is vlak en het asfalt is al gauw weer een stukje beter. Het stadje Damme ligt schilderachtig aan de overkant van het kanaal.

Daarna kronkelt de route zich over kleine landweggetjes door het platte Vlaamse land. Ik moet dan ook denken aan het lied “Mijn Vlakke Land” van Jacques Brel, dat gaat over deze regio. Prachtig lied trouwens.

Weer in wat stedelijker gebied, ten noorden van Brugge, kom ik langs een gedenkteken voor de bemanning van een Engels oorlogsvliegtuig dat in juli 1940 werd neergeschoten en door de piloot, pas 19, nog net weg van de dorpen werd gestuurd en in het kanaal Gent-Terneuzen neerstortte. Als je zo op de fiets reist zie je al dit soort gedenktekens bewuster, en sta je er bij stil. Dan nadert de route de Belgische kust en ik zie de hoogbouw van Blankenberge en Wenduine in de verte oprijzen.

Niet mooi. Wel mooi, even verderop zijn wildgroeiende paarse en blauwe bloemen voor een korenveld. Hoe zomers wil je het hebben?

Langs praktisch heel de Belgische kust loopt een hoofdweg met een dubbel tramspoor ernaast. Er zijn bijna geen duinen, laat staan natuurgebieden langs de kust, zoals bij ons. Die weg, gecombineerd met veel hoogbouw, maakt de Belgische kust er niet fraaier op. Ik fiets over een weg die parallel loopt aan de hoofdweg en stop daar ergens bij een eenvoudig hotel met café om iets te drinken. Het is toch nog vrij warm geworden, en na 40 km smaakt een 0.0% biertje geweldig!

Bij Oostende is het even zoeken hoe de route loopt, maar al gauw zie ik het: er gaat een pontje voor voetgangers en fietsers dwars over het kanaal dat vanaf het binnenland naar de zee loopt. Handig en nog gratis ook. Er wordt goed gebruik van gemaakt!

Aan de overkant is het toeristisch en levendig druk, met op de hoek een plein met grote gedeukte oranje beelden. Geen idee of het iets moet voorstellen of betekenen, maar het is i.i.g. wel kleurrijk!

En ernaast op het strand staan zandsculpturen:

Het strand zelf is wel vergelijkbaar met de stranden in Nederland, maar de erlangs liggende boulevard met torenhoge appartementsgebouwen loopt tientallen kilometers door, tot aan De Panne, de plaats die het meest westelijk ligt hier aan de kust, tegen Frankrijk aan. Slechts op een paar kleine stukjes staat geen bebouwing. Het is laveren tussen wandelaars, fietsers en kinderen die rond racen op allerlei soorten skelters. En bij Westende wordt er op de boulevard een markt gehouden; er kan daar geen kip door, laat staan een vakantiefietser !

Ik heb deze kustroute, een variant op de LF1, gekozen omdat de hoofdroute hier een echt heel grote omweg landinwaarts maakt. Of het zo ook sneller gaat is maar de vraag; ik krijg wel een goede indruk van het Belgische strandvakantieleven! Bij Nieuwpoort-Bad is er net zo’n pontje als in Oostende en daarmee steek ik over, Dus niet met deze zeilboot :-)

Mijn hotel staat 2 huizenblokken achter de boulevard, waar ik later een restaurantje opzoek. Ik heb de indruk dat de zon hier later onder gaat dan in Nederland. Onderstaande foto (door het raam van het terras) is om 21.34 u genomen. Zou natuurlijk wel kunnen kloppen, Nieuwpoort ligt een stuk westelijker.

Terug bij het hotel doet de sleutelkaart het niet. Er is gelukkig nog een schoonmaker aanwezig die me binnenlaat!


Nieuwpoort-Bad – Duinkerken, dinsdag 30 juli, 37 km

Het was vannacht goed warm in de kamer, daarom schuifpui naar – gemeenschappelijk – balkon de hele nacht maar wijd open laten staan en ter (fictieve) beveiliging er het tafeltje voor gezet. Verder de ook hier helaas weer aanwezige matrasbeschermer met plastic laagje van het bed getrokken en het dekbed uit de hoes gehaald. Het ìs even werk, maar ik heb deze nacht heerlijk geslapen! Overigens zou deze kamer volgens booking.com een uitzicht hebben. Dat klopt natuurlijk, elke kamer met een raam heeft een uitzicht. Dit was wat ik vanmorgen zag:

(en let even op de spiegeling in de ramen van het derde balkon links ). Ik vertrek vrij laat, maar dat geeft niet want het is toch geen al te lang traject vandaag. Om de hoek van het hotel fiets ik naar het strand en de boulevard. Ook hier allemaal strand- en kleedhuisjes.

Tot aan De Panne, laatste plaats voor de grens, rijd ik bijna uitsluitend over boulevards. Het ene plaatsje gaat naadloos over in het volgende en ze zien er zonder uitzondering identiek uit: breed, hoge (8-9 etages) appartementsgebouwen met winkeltjes, horeca en skelterverhuurbedrijfjes eronder, en steeds drukkere drommen vakantievierende mensen, voornamelijk gezinnen met kinderen. Op de boulevards is het niet altijd even duidelijk welk deel voor voetgangers en welk deel voor fietsers is. En daar waar het wel goed staat aangegeven wordt het massaal genegeerd…..

Kortom, het is weer laveren, heel langzaam fietsen en af en toe een noodstop voor een plotseling afzwaaiende skelter. En op sommige plaatsen zijn er evenementen met kraampjes, live radio uitzendingen en promotie voor meer bewegen (wat dus lastig is in die mensenmassa). Maar ach, ik heb alle tijd, dus wat geeft het. Na De Panne, waar ik bij een juwelier een nieuw batterijtje in mijn afgelopen nacht gestopte horloge laat zetten, volgt de LF1 route een aantal kilometers de provinciale weg en dan is daar de grens met Frankrijk al.

De klassieke foto. In anderhalve dag België dwars doorgestoken - wel op het smalste stuk. In Frankrijk ziet het er gelijk anders uit. Allereerst al bij de grens zelf, waar diverse huizen en gebouwtjes zo te zien al heel lang te koop staan en alles een wat triestige en armoedige indruk maakt. Verderop is het niet zozeer armoedig, maar wel veel eenvoudiger en rustiger dan een paar kilometer terug in het vakantievierende België. De route loopt hier meer landinwaarts, maar bij het plaatsje Bray-Dunes sla ik even af naar het strand. Het doet me daar wat denken aan plaatsen als Kijkduin en Katwijk in de jaren zeventig. Aan het eind van de toegangsweg naar het strand staat een monument voor de Tweede Wereldoorlog. (Morgen in Duinkerken lees ik in het museum dat de vluchtende Britse troepen in mei 1940 ook aanvankelijk hiernaartoe waren gegaan, en dat dit gebied erg geleden heeft in de oorlog.)

Op de hoek is een ijs- en theesalon, waar ik neerstrijk.

Dit was m’n lunch: de zonde waard en een uitdaging om te eten met slechts een lepeltje! Ik heb er een tijd op het terras gezeten en getwijfeld of ik al dan niet zou gaan zwemmen. De verfrissende ervaring leek niet op te wegen tegen het gedoe met uit- en aankleden met een zout plakkerig lichaam. Bovendien kwamen er wolken opzetten en werd het koeler. Dus nee, niet in zee geweest. Op de kaart zag ik dat er vanuit dit plaatsje een speciale veloroute (fietspad) is naar Duinkerken. Als ik er naar toe wil rijden kruist de provinciale weg waarop ik fiets met een hoog viaduct dat fietspad en gaat vervolgens ook over een kanaal. Dat had ik niet gezien! Met een omweggetje lukt het me toch om op de Veloroute 4 te komen, aangelegd naast een (gedeeltelijk voormalige) spoorlijn.

Dit soort routes, ook over de trajecten van niet meer in gebruik zijnde spoorlijnen zelf heen, zie je steeds meer door heel Europa. Voordeel is dat die fietspaden meestal vrij vlak en recht zijn, zonder overig verkeer, zodat je lekker door kunt fietsen. Klein nadeel is dat het traject in stadjes vaak “achterlangs” gaat, langs industrieterreinen en niet al te mooie buurten. Zoals gezegd is het bewolkter geworden, en ook de wind tegen is toegenomen, maar toch ben ik redelijk vroeg in Duinkerken. Daar houdt de Veloroute 4 op, en laat ik me door google maps op m'n telefoon naar m’n hotel leiden. Ik moet toegeven dat dat echt wel handig is. Het hotel “Welcome” ligt vlakbij het centrum en als ik daar later lopend naartoe wil gaan breekt er ineens een stortbui los.

Ik blijf dus maar even een half uurtje wachten tot het droog is voor ik op pad ga. Duinkerken is kleiner dan ik dacht, met voornamelijk 1950-1970 nieuwbouw. Alleen enkele kerken en torens zijn na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog weer opnieuw opgebouwd of zo mogelijk gerestaureerd. Eigenlijk net zoals ik vorig jaar zag bij plaatsjes in Polen, tijdens m’n fietstocht naar Gdansk. Dat is toch wel opvallend, dat als je met de fiets door Europa gaat, je zo veel sporen tegenkomt van WO I en WO II. Het zet je erg aan het denken. Ik blijf hier een dag en morgen ga ik zeker naar het Musée Dunkerque 1940.


Duinkerken, woensdag 31 juli, niet gefietst

Vanochtend regende het weer behoorlijk! Dus maar gewerkt aan foto’s en dit blog. ’s Middags werd het droog, en toen ben ik inderdaad naar het Musée Dunkerque 1940 geweest. Dat gaat over de zogeheten operatie Dynamo in mei/juni 1940, waarbij met man en macht, en inzet van meer dan duizend boten, is geprobeerd de door de Duitse troepen ingesloten Engelse soldaten terug te evacueren naar Groot Brittannië. Het museum is niet groot, maar met een filmdocumentaire, militaire spullen uit die tijd en informatieborden wordt toch een overtuigend beklemmend beeld geschetst. Niet alleen kwamen er tienduizenden soldaten om, maar ook onder de burgerbevolking vielen zo’n 3000 doden. En heel de haven en de stad werden verwoest. De foto’s en teksten spreken voor zich.

Vorig jaar, bij mijn tocht naar Gdansk, ben ik op de laatste dag daar ook naar een museum over WO II, met name in Polen, gegaan. Een nieuw en groot, heel indrukwekkend museum, waar je de gruwelijkheden van die oorlog hard onder ogen krijgt. Ik moet dat blog, met name over die laatste twee reisdagen, nog steeds afmaken (had het nog vlak voor deze reis geprobeerd, maar kreeg toen problemen met de site). Ik ga dat blog na deze reis echt afmaken.

Later in de middag maak ik nog een havenrondvaart. Aardig, maar als je wel eens in de haven van Rotterdam hebt gevaren, stelt dit niet zoveel voor. Komt misschien ook omdat er alleen een uitleg in het Frans werd gegeven, met veel cijfers over tonnages e.d. Ik begrijp net aan de helft.

Zo meteen beslissen of ik morgen naar Calais fiets, of toch van hieruit de oversteek naar Dover ga maken. Het waait nl. héél hard.

26-28 juli, Delft/Wateringen - Sluis, 184 km

Ja, ik ben nu dan eindelijk begonnen met de fietsreis. Vanwege de hitte had ik de start uitgesteld van dinsdag 23 juli naar vrijdag de 26e. Een goed besluit, denk ik. Fietsen met volle bepakking (is ook weer wennen) bij een temperatuur van meer dan 35 graden Celsius leek me iets te veel uitdaging :-). Hieronder de eerste drie dag tot dag verslagen, met enkele foto’s er tussenin (als me dat deze keer lukt….) en onder het tabje foto’s, meer foto’s per dag gegroepeerd.

Delft/Wateringen – Hellevoetsluis, vrijdag 26 juli, 45 km

Zoals gebruikelijk veel later weggegaan dan gepland en gehoopt. Enerzijds door eigen irritant uitstel/treuzelgedrag, anderzijds door gedoe met reislaptop / opzetten blog e.d. Donderdagavond nog assistentie gehad van “studentaanhuis”, en zo te zien is nu alles opgelost!

Het was dus al half één voordat ik de deur achter me dicht deed en met fiets + al m’n bagage met de auto naar de garage in Wateringen vertrok. Is handig, net als vorig jaar: de auto krijgt een onderhoudsbeurt en APK keuring terwijl het de garage uitkomt, en de auto is gelijk gestald tijdens mijn vakantie. Bij de garage alles uitgeladen, fiets opgetuigd en vertrokken om 13.00 u.

Het was toen natuurlijk al zo’n 33 graden. Na 250 m een eerste stop bij een fietsenwinkel: de reservebanden die ik nog had hebben een groot ventiel, en dat past niet op de nieuwe velgen. Juiste nieuwe binnenband met Frans ventiel gekocht en verder richting Hoek van Holland, waar ik de LF1 kustfietsroute ga oppakken. Even voorbij ’s Gravenzande lijkt er een iets koeler windje te staan. Lekker! In Hoek van Holland moet ik ruim een uur wachten op de veerboot die me naar de Maasvlakte zal brengen. Niet erg, ik drink wat bij een viskraam en hier is het zelfs nog iets koeler. Ik schat een graad of 27. Om 15.20 u vertrekken we voor een prettig tochtje.

En dan, tot mijn grote verrassing, komen we langs een strandje waar een groep zeehonden heerlijk ligt te zonnen! Speciaal hiervoor mindert de veerboot vaart, zodat we ze goed kunnen zien en foto’s maken. Dit is wel heel onverwacht, en zo dicht bij huis!

Na een half uur stap ik af op de Maasvlakte. Industriegebied, goederenoverslag, wegen, kaal land, kortom: lelijk! Over een verbindingsdam fiets ik naar Oostvoorne en zit ik ineens in een prettig natuurgebied. Het wordt helaas ook wel weer iets warmer…… En dan staan daar ineens dwars op het fietspad een paar paarden! Die lopen hier los.

Even verderop zie ik in de verte in het veld een hertje. Om nog maar niet te spreken van al die verschillende soorten meeuwen en ganzen die ik overal zie. Een dagje vol dieren, dus.

Om bij mijn hotel in Hellevoetsluis te komen moet ik 5 km van de LF1 route afwijken. Het hotel heet “Roompot Cape Helius Beach Hotel”, belachelijk lange naam. Het bestaat uit een complex appartementsgebouwen in een soort Amerikaanse strandstijl, in wit en lichtblauw hout. Mijn kamer ligt in het hoofdgebouw, en heeft een balkon met uitzicht op het Haringvliet (op sommige kaarten staat Deltageul?). De fiets mag ik door het hotel rijden, met de lift naar de 1e etage, en op het balkon zetten.

Uiteraard ga ik nog even zwemmen. Als ik daarna gedoucht heb, m’n fietsbroek heb uitgewassen (vaste prik op fietsreizen!) en naar het terras wil gaan om te eten, régent het ineens heel hard. Dus maar binnen gegeten. Redelijke pasta met gamba’s en – zoals het op de kaart staat – “shilly” saus :-).


Hellevoetsluis – Zoutelande, zaterdag 27 juli, 99 km

De kamer is ruim, de douche – hoewel in bad – is lekker en het uitzicht en balkon zijn aangenaam, máár…… er ligt weer eens een matrasbeschermer onder het laken met een rubber/plastic laag aan de onderzijde. En dus word ik middenin de nacht heet en zwetend wakker. Ik begrijp de hygiëne-overwegingen van hoteleigenaren wel, maar dit is zó oncomfortabel! Moest verboden worden. Bij volgende hotels eraan denken een eventuele matrasbeschermer te verwijderen.

Na behoorlijk ontbijt de fiets gepakt op de kamer (handig!) en ik vertrek redelijk vroeg. Dan blijkt al dat de afstandsaanduiding op de kaart niet klopt met de werkelijkheid. Volgens de kaart is het 3.9 km naar het knooppunt waar ik de LF1 route weer oppak, maar volgens mijn tellertje zijn het er 5! Naderhand nog eens het tellertje gecontroleerd aan de hand van de borden, en dat klopt. Vandaar dus dat de voor vandaag geplande en op basis van de routekaart berekende afstand van 82 km in werkelijkheid 99 km was!

Weer op de LF1 route gekomen bij de Haringvlietdam, van Voorne-Putten naar Goeree Overflakkee. Het weer is grijs, bewolkt, het waait en het is koel (19 graden), maar het is nog wel droog. Dat zal veranderen in de loop van de dag……

De route volgt de duinranden van de eilanden, en kronkelt gezellig door mooie bosgebieden. Dat betekent dus ook dat de afstand van A naar B met de LF1 route 1,5 tot 2x zo lang is als de directe weg. Maar wel leuke fietspaden en ik kom door het pittoreske plaatsje Goedereede.

Daarna over de Brouwersdam naar Schouwen-Duiveland. Aan de zeekant van die dam allemaal kitesurfers, en in het Grevelingenmeer aan de andere kant windsurfers. Een paradijs voor sportieve watersporters. Het is ook steeds harder gaan waaien en het regent inmiddels. Ik ga koffie drinken ergens op de dam in een strandtent die hoog op palen boven de zee staat.

Ik lees daar de eerste aanmoedigingen voor mijn tocht op whatsapp en op de blog. Leuk, die reacties! Dan weer verder door de duinen langs de kust. Hier kan ik alvast goed oefenen voor de heuvels in Engeland straks. Absurd steile duinhellingen, waar ik zowel lopend tegenop moet, duwend en zeulend met mijn zwaarbepakte fiets, als omlaag lopend. Zo steil durf ik echt niet naar beneden te fietsen.

Bovenop wel weer mooi uitzicht

(in nieuw shirtje, uitgezocht op zichtbaarheid :-))

En kort daarna een wat curieus natuurfenomeen, wandelende duinen:

Dan kom ik bij de Oosterscheldekering, de derde van de grote Deltawerken die ik vandaag passeer. Voel wel iets van ontzag en trots op mijn land. Ben nooit zo chauvinistisch, maar dit is toch wel heel knap.

Alléén, op die 9 kilometer lange dam gaat het steeds harder regenen. Zeg maar gerust dat de sluizen van boven open gaan. Al gauw heb ik, ondanks het regenjack, bijna geen droge draad meer aan mijn lichaam. Bij Breezand, net op Walcheren, duik ik een strandpaviljoen binnen om even bij te komen. Als ik mijn voeten op de grond zet komt het water tussen mijn tenen door boven uit mijn schoenen lopen……. Ik zit ruim een uur in het paviljoen en drink thee en koffie, elke met een bonbon, en krijg tussendoor ook een bitterbal aangeboden van het huis. Dat kan best als late lunch :-).

Nog lang niet opgedroogd moet ik toch verder. Het is dan heel even gestopt met regenen. Ik fiets langs een bungalowpark bij Breezand. Jaren geleden hebben mijn zus Sonja en ik hier een week een aardig, maar enigszins aftands huisje gehuurd. Dat kwam wel goed uit, want we hadden Breston bij ons: Leonbergse hond, reu, tafelhoog en het lieverdje woog tussen de 70 en 75 kg. Zelfs hij kon hier geen schade aanrichten! Tegenover het bungalowpark een strand waar ook honden mochten komen – was een hele fijne vakantieweek! Goede herinneringen. Ergens in het duinbosgebied verderop zie ik drie reeën en een jong. Hierbij de wat mislukte poging die te fotograferen.

En dan gaat het weer plenzen. De laatste kilometers, 22 volgens de kaart vanaf Breezand langs de kust tot aan Zoutelande, blijken er 29 te zijn. Heb even spijt niet dwars over het eiland doorgestoken te zijn. Maar ja, ik wil toch de héle LF1 route doen. Ik kom door Domburg, aardig plaatsje, maar heel erg toeristisch. Dan, tegen steeds sterkere wind en regen in naar Westkapelle, op de uiterste punt van het eiland. Eenmaal daar voorbij, om de hoek als het ware, krijg ik eindelijk wind mee. Het vakantiepark waar ik een huisje heb gehuurd, ligt even voorbij Zoutelande. Ik betaal er EUR 177 voor, plus EUR 7,50 voor handdoeken. Het bestaat uit een kamer met keukenblokje en een badkamer. Schandalige prijs, maar ik kon hier in het hoogseizoen niets anders vinden.

Ik trek alle natte spullen uit, neem een warme douche en ga (weer droog en in normale kleren) eten in de brasserie van het park.

Uiteraard hier in Zeeland: mosselen.


Zoutelande – Sluis, zondag 28 juli, 40 km

Het heeft de hele nacht stevig doorgeregend, maar als ik opsta en vertrek is het droog. Door de duinen het korte stukje naar Vlissingen. Leuke stad, zo te zien.

En geboorteplaats Michiel Adriaenszoon de Ruyter.

Ik weet de dienstregeling van het veer Vlissingen – Breskens niet, maar als ik bij het kaartjesloket aankom, vertrekt de boot over anderhalve minuut. Dat haal ik net en achter me gaat het hek dicht. Ik sjor de fiets vast en ga naar boven. De boot is een catamaran, en zou stabiel moeten liggen, maar toch deint het af en toe zodanig, dat ik me goed vast moet houden bij het lopen op dek.

Aan de overkant, bij een biologisch koffie- en theehuis, neem ik koffie en een brownie als ontbijt en schrijf verder in m’n dagboekje – basis en geheugensteun voor deze blog. Ondanks heel dreigende bewolkte lucht is het nog steeds droog als ik weer op de fiets stap. Een lang stuk in westelijke richting volgt, met stevige wind pal tegen. Er zijn veel wandelaars, die breed uitwaaieren op het fietspad. Nog nooit zoveel m’n fietsbel gebruikt. Bij mooi weer zouden al deze vakantiegangers natuurlijk op het strand liggen, maar nu, met 18 graden, donkergrijze bewolking en harde wind gaat men maar wandelen. Ik hoor voornamelijk Duits spreken, en zie er vanaf te roepen dat het handiger en veiliger is aan de linkerkant van de weg te lopen. Weet niet of dat in Duitsland ook een regel is, en om dat dan weer uit te moeten leggen.…

Bij Cadzand Bad, zo’n beetje heet uiterste puntje van Zeeuws Vlaanderen, is een vliegerfestival, leuk gezicht!

Voorbij Cadzand kom ik bij het Zwin, van oorsprong een zeearm die Brugge met de Noordzee verbond. Het is nu een slufter, die de grens vormt tussen Nederland en België.

Ergens boven op een duin, bij een uitzichtpunt over het Zwin, zijn allemaal borden geplaatst met haiku gedichtjes, die betrekking hebben op het gebied. Zitten mooie bij!

Van daaraf keer ik trouwens linksom landinwaarts, en gelijk heb ik de wind mee, een verademing. Na een theestop in het plaatsje Retranchement kom ik al gauw in Sluis. Ook heel toeristisch, toch leuk. Mijn hotel heet “De Dikke Van Dale”; Sluis is de geboorteplaats van de 19e-eeuwse Johannes Hendrik van Dale, inderdaad, die van het Groot woordenboek der Nederlandse taal.

Het hotel is prettig, traditioneel en dit keer kan de fiets droog gestald worden in de parkeergarage. Na douche en omkleden wil ik aan dit blog beginnen, maar de wifi reikt niet tot aan mijn kamer. Dan maar in de hotelhal, aan een tafel bij de bibliotheek. Later loop ik Sluis in voor de avondmaaltijd. Het wemelt er van de mosselrestaurants, maar die heb ik gisteren al gehad. Het wordt een goeie pizza in een modern Italiaans restaurant. Teruglopend naar het hotel merk ik dat het nog steeds droog is.


Welkom op mijn Reisblog!

Hallo en welkom op mijn reisblog!

Voor mij is dit een dagboek van mijn fietsreis, en voor familie, vrienden en bekenden dé plaats om op de hoogte te blijven van alle belevenissen en ervaringen tijdens deze tocht. Het is dit keer een wat kortere fietsreis, ik schat 1400 km, en het is een deel van de Noordzee fietsronde. Ik vertrek vanuit Delft naar Calais (Frankrijk) en neem daar de veerboot naar Dover (Engeland). Van daaruit fiets ik in noordelijke richting langs de Engelse oostkust tot aan Kingston upon Hull. En van daaruit gaan er weer veerboten naar Rotterdam!

En natuurlijk ga ik weer op mijn vertrouwde Van Herwerden Road Master X Lady, pas 18 jaar jong!

Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart kun je zien waar ik me bevind en waar ik ben geweest. Als je aan de rechterkant van het scherm klikt op "alle reisverhalen", kun je ze allemaal makkelijk terugvinden.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Ik zie je graag terug op mijn reisblog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!

Leuk dat je me volgt!

Hartelijke groet,

Tanja