delft-hull-op-de-fiets.reismee.nl

1-5 augustus, Dunkerque - Rochester, 210 km. Totale reisafstand 512 km

En hier zit ik nu, in Rochester aan de Medway. Vier dagen gefietst, 1 dag strandvakantie. M’n ervaring met eerdere fietsreizen is dat ik altijd te voorzichtig en te ruim plan. (Dit in tegenstelling tot m’n normale tijdplanningen.) Maar nu lijk ik toch niet al te ruim in de tijd te zitten; het fietsen in Engeland gaat niet erg vlot. Dit komt door verschillende oorzaken: de routebordjes ontbreken soms of staan zéér verdekt opgesteld, de route zelf kent nogal wat obstakels (hekjes waar je amper door kunt bv.) en dit gedeelte van Engeland zou ik bepaald niet vlak willen noemen…… Maar goed, we gaan dapper verder, en anders is er altijd nog de trein naar Hull. Hieronder de van dag tot dag verslagen, onder “foto’s” de foto’s per dag, en via “alle reisverhalen” rechts in het beeld vind je alle reisverhalen in volgorde. Hieronder een kaartje met o.a. de verblijfplaatsen de afgelopen dagen: Dunkerque, Dover, Broadstairs, Sittingbourne en Rochester. 


Dunkerque – Dover, donderdag 1 augustus, 61 km

Ik heb besloten de veerboot niet van tevoren te boeken. Dat scheelt me gehaast, stress, en bij eventueel te ruim plannen, lang wachten. Dan maar wat duurder. Gisteren heeft mijn navraag naar de beste fietsroute van Dunkerque naar Calais weinig opgeleverd. Het wordt dus een combinatie van puzzelen, goed op de kaart kijken en richtinggevoel. Is natuurlijk ook wel wat spannender dan braaf een bestaande route of richtingbordjes volgen! Voor m’n ansichtengalerij post ik een ansichtkaart aan mezelf bij het plaatselijke postkantoor. (Jawel, net zoals Mr. Bean  ). Tegenover het postkantoor staat een jaren 50/60 gebouw met een gevelsteen met een afbeelding in de typische stijl van die tijd. 

De stijl heeft vast een naam, wederopbouw? Vaak zijn het wat stoer aandoende, opgewekte voorstellingen. Vorig jaar in Dessau (voormalig Oost-Duitsland), dat ook helemaal verwoest werd in WO II, zag ik in het nieuw opgebouwde centrum precies zulke decoraties op de gebouwen. Echt een tijdsbeeld. Zoals verwacht is het wat zoeken en heen en weer rijden om de juiste weg te vinden, maar het lukt toch vrij aardig. Er is zowaar af en toe een fietspad. Ik kom door een aantal voorstadjes waar bij de ruim aanwezige pharmacies in het groene neonkruis o.a. de temperatuur wordt aangegeven. En dat loopt uiteen van 25, 30, 23 tot 18 graden! Gemiddeld dus 24 graden, dat zou wel eens kunnen kloppen…. Bij Loon-plage, wat ondanks die naam toch een stuk landinwaarts ligt, dreigt het even mis te gaan met de fietsroute. Ik kom uit op een rotonde, vanwaar alleen maar grote drukke wegen gaan. Even rijd ik op zo’n weg, zonder fietsstrook o.i.d., waar 90 km/u gereden mag worden en vrachtwagens met minstens die snelheid me voorbij denderen. Niet fijn. Ik maak rechtsomkeert en vind via een andere afslag een landweggetje dat me uiteindelijk naar Gravelines voert, een vestingstadje dat van oorsprong Grevelingen heette.
Daar ga ik op het centrale plein koffiedrinken. Als ik de fiets bij een blinde muur bij een bank neerzet, zie ik ineens het kilometertellertje als een razende op hol slaan, terwijl de fiets stilstaat. Snelheden van meer dan 100 km/u schieten voorbij. Ik haal vlug het tellertje van de fiets af en loop weg van de muur – dan staat het weer stil. Ik heb dit al eens eerder meegemaakt, toentertijd bij hoogspanningskabels. Kennelijk is er een soort straling bij de bank? Met weer een beetje zoeken vind ik een rustige weg naar Dover, en als deze ook drukker wordt, wijk ik uit naar een kleiner weggetje dat parallel loopt, dichterbij de kust en langs verspreid staande huizen en een paar campings. De temperatuur is nog steeds goed en het is zonnig, maar het is steeds harder gaan waaien. Een tandje terugschakelen dus, letterlijk. Ergens sla ik even naar rechts af, om de zee te kunnen zien.
Het is bij een soort moerasdelta, mooi! Dan kom ik bij Calais en zie al gauw hoge hekken met prikkeldraad erboven langs de weg. Geen fijn beeld.
Het is zoeken naar de weg naar de ferry terminal; omdat je niet via de hoofdroute binnenkomt staan er ook nergens richtingborden, maar met een keer vragen lukt het wel. Ik fiets door een, zelfs in de stralende middagzon, wat naargeestig industrieterrein, waar alle bedrijven omheind zijn door hoge hekken. En wat betreft vluchtelingen, ik zie een man lopen met plastic jerrycans in zijn handen, en even verderop een groepje van ca. 8 mannen, hangend en zittend langs de weg, allen Soedanezen of Eritreeërs, zo lijkt me. Ziet er weinig hoopvol uit. Dan arriveer ik bij de grote ferry terminal waar ik tickets kan kopen bij 2 maatschappijen. Bij DFDS vraagt de lokettiste naar het kenteken van mijn auto. Ik leg uit dat ik haar dat best wel wil geven, maar dat mijn auto in Wateringen staat  . En dat ik alleen een kaartje voor mij en mijn fiets nodig heb. Maar nee, dat kan niet, DFDS doet alleen auto’s. Dus naar de balie ernaast en een kaartje gekocht bij P&O Ferries. De boot gaat om 18.15 en het is dan pas tegen half vier, maar de dame achter de balie maant me snel naar de controle te gaan omdat het heel druk is. Dat doe ik dan ook maar braaf en sluit achter lange rijen auto’s aan.
Na een half uurtje ben ik dan toch door beide douanes en de ticketcontrole, en dan begint het lange wachten op het opstelterrein. En dan sta ik daar, in de zon tussen de auto’s, zo’n anderhalf uur. Het is maar goed dat ik het laatste half jaar flink wat training heb gehad in lang staan: bij de Navarone concerten  ! De enige twee andere fietsers voor de ferry staan vlak voor me in de rij, een vader en zoon, zo te zien, ook Nederlanders. Maar de mannen hebben duidelijk weinig interesse in een praatje. Dan niet! Maar ik begrijp wel dat ze nog niet veel ervaring hebben met vakantiefietsen en zie ze ook wat onhandige dingen doen. Zo verwisselt de zoon zijn fietsschoenen voor gewone schoenen, en moet daarvoor in beide tassen diep graven: hij heeft in elke tas één schoen gedaan. Dan komt eindelijk de veerboot er aan. 
Het ontschepen duurt lang, maar dan mogen de vrachtauto’s de boot op. Ik ga even kijken hoe dat vordert als ik ineens luid getoeter hoor: mijn wachtrij is nu als eerste aan de beurt! Ik ren terug naar mijn fiets en rij zo snel mogelijk weg, de hoge helling op naar het schip. Gelukkig gaat terugschakelen naar standje 1/1 gelijk goed, zodat ik niet af hoef te stappen voor het oog van al die nog wachtende automobilisten! De fiets wordt aan de zijkant van het parkeerdek met een touw vastgesjord, en ik ga naar boven. De overtocht duurt ongeveer een uur, en dan doemen de beroemde “White Cliffs of Dover” op. 
Bij het ontschepen doen de twee medefietsers weer heel onhandig, omdat ze snel van de boot willen. Eerst proberen ze met hun fietsen langs de strak geparkeerde vrachtauto’s naar buiten te komen (is veel te smal). En als de rij vrachtauto’s naast ons gaan rijden pogen ze ertussenin de smalle, hoge oprit naar de wal te nemen. De steward schreeuwt ze terug en ze krijgen een stevige reprimande. Is ook levensgevaarlijk. Uiteindelijk mogen wij fietsers pas als allerlaatste van boord. Mijn hotel (weer zo’n complexe naam: Best Western Plus Dover Marina Hotel & Spa) ligt een stukje verderop, aan de zeepromenade. 
Eerst krijg ik een benauwd klein eenpersoonskamertje, waar de ramen zijn vastgezet zodat ze alleen op een kiertje open kunnen, omdat anders duiven en meeuwen naar binnen vliegen, en dat vind ik zelfs voor 1 nacht niet te doen. Ik krijg een gratis upgrade naar een iets grotere kamer met airco. Wel loopt de vloer daar heel scheef. Op de boot had ik nergens last van, maar hier loop ik als was ik half dronken door de kamer. Later blijkt dat je de badstop ook niet meer los kunt krijgen. (Je kunt hier alleen douchen staand in het smalle bad, zonder vlakke bodem, en met een douchegordijn dat tegen je aan plakt. Lastig genoeg.) Als ik de volgende ochtend vertrek, zit het bad nog vol. Kortom, het hotel heeft een hoog Fawlty Towers gehalte!


Dover - Broadstairs, vrijdag 2 augustus, 46 km

Eerst nog getwijfeld of ik hier nog een dagje blijf en bv. het Dover Castle ga bekijken, maar de prijs van 1 nacht extra in het weekend, 220 pond (ca. EUR 240), doet me besluiten toch maar op de fiets te stappen. En dan is er hier ook nog de kans op ongewenste gasten: 

Ik vind en reserveer op booking.com voor de komende nacht een charmant hotelletje in Broadstairs, aan de uiterste oostkust van Kent, tussen de grotere badplaatsen Ramsgate en Margate in. Dan ga ik welgemoed op pad, maar dat blijkt niet mee te vallen. Hoe kom je op je fietsje weg vanuit dit havengebied? 
Na enkele eigen pogingen, 2 achtereenvolgende en tegenstrijdige aanwijzingen van vriendelijke voorbijgangers en zo’n 3 km vruchteloos heen en weer rijden langs de promenade, vind ik dan toch de weg naar Deal, halverwege de route naar Broadstairs. En dat is steil omhoog de kliffen van Dover op. Zo steil dat er amper tegenop te lopen is met de zwaar bepakte fiets, laat staan fietsen. Als ik eindelijk boven ben, twijfel ik even of ik Dover Castle zal gaan bezichtigen, maar als dit soort hellingen me vandaag nog meer te wachten staan, kan ik beter doorfietsen.

Hierna blijft het flink heuvelig, en ik vorder moeizaam. Ik volg nu de Engelse lange afstandsfietsroutes, The National Cycle Network van de organisatie Sustrans, eerst de no. 1, en daarna de no. 15. Het staat redelijk aangegeven met bordjes, maar onvermijdelijk is het af en toe zoeken. Als ik na 3 uur bij het kustplaatsje Deal kom, heb ik pas 18 km afgelegd. Enig gevoel van wanhoop bekruipt me. Na een lunch met koffie en een fors uitgevallen tonijnsandwich bij een wat alternatief eettentje midden op de “village green” langs het strand heb ik weer energie gekregen, en het resterende deel van de dagroute is iets minder zwaar. Ik raak bij een uitzichtpunt bij Viking Bay nog in gesprek met 2 mannen op een tandem, en ja, toch ook even over de Brexit. Vinden zij geen goed idee. 
Mijn remmen, die al eerder nogal piepten, gaan steeds harder tekeer. Ze gillen nu. Stel je een luid fluitende stoomtrein voor, en dan écht hard, en dan kom ik op m’n fietsje naar beneden zetten. Als er mensen in de buurt zijn kijken ze allemaal op. Ik schaam me dood. Maar niet remmen is natuurlijk geen optie…….. Ik kom door Ramsgate, een typisch Engelse badplaats. Pittoresk aan de ene kant, maar ook erg toeristisch. Wel leuk haventje.
En ook hier mist er een routebordje en ik kom uit op een parkeerterrein aan zee waar een aantal campers staan. Maar als ik er vlak langs fiets zie ik dat dit geen toeristen zijn, en het paadje waarop ik terugfiets ligt vol afval en menselijke uitwerpselen. Dit moeten zogeheten Engelse travellers zijn. Als ik weer op de juiste route zit is het nog maar een klein stukje naar Broadstairs, waar ik over zevenen aankom. Lijkt een heel aardig plaatsje. Ook het kleine hotel is leuk en ik krijg een ruime kamer op de begane grond. Daarachter kan mijn fiets veilig staan. 

In de keuken werkt een vrolijke kok met sterrenambities: ik eet “skate wing with samphire and brown shrimps”, oftewel rogvleugel met zeekraal en kleine garnalen. Geen standaardkost in Engeland. Er dineert ook een jong Vlaams stel en aan het eind van de maaltijd hebben we een gezellig gesprek.


Broadstairs, zaterdag 3 augustus, niet gefietst

Vandaag een rustdagje ingelast, en hoewel niet gefietst, wel veel gelopen en uiteraard ben ik in zee gaan zwemmen. Het is licht bewolkt, met een aangename temperatuur. Na het ontbijt loop ik eerst naar het zuiden, naar het hoofdstrand van Broadstairs. Alles ziet er erg vrolijk uit, zeker met de strandhuisjes in bonte kleuren. 

Ik loop met m’n voeten door het water het hele strand over naar de andere kant.
Vandaar loop ik door naar de volgende baai en zie dat de vloed aan het opkomen is.
Om de hoek drink ik op m’n gemak koffie bij een klein snacktentje op het betonnen voetpad, en later wandel ik weer terug. Ik ga dan bovenlangs het strand, waar een parkje is. 

In het parkje staan ook wat informatieborden over deze Viking Bay, waar dit strand een onderdeel van is. (De fietsroute 15 die ik momenteel volg heet hier ook Viking trail.) Ik neem een late lunch met een salade op een heerlijk, wat verscholen en beschaduwd plekje op een terras aan de promenade; het is inmiddels zonniger en warmer geworden. Dan loop ik terug naar het hotel, dat aan de noordelijke Stone Bay ligt, en waar, zoals iemand me vertelde, de plaatselijke bewoners naar het strand gaan. 
Het is daar inderdaad wat rustiger en ik ga er zwemmen. Er is wat kelp (zeeplanten) waar je doorheen moet, maar verder is het water behoorlijk schoon. Als ik na het zwemmen een tijdje op de kant heb zitten lezen, zie ik ineens mijn voeten: 
Tja, het zijn witte krijtrotsen hier  ! Een heerlijk luier- en rustdagje!


Broadstairs – Sittingbourne (Tonge), zondag 4 augustus, 70 km

Na het ontbijt met heerlijke scrambled eggs zoals ze overal zouden moeten zijn - wat is dit een goede kok! – vertrek ik tegen tienen. Ik schatte de afstand voor vandaag in op 65 km. Ben benieuwd hoe het gaat, want wat ze hier “flat country” noemen, is in Nederlandse begrippen flink heuvelig. De eerste echte helling, naar een baai tussen het hoogland, moet ik al lopend naar beneden doen (te steil, en nog steeds als een stoomtrein gillende remmen), en voor een deel ook lopend naar boven.

Na een paar kilometer kom ik weer bij een kustplaatsje met een “green” bovenop de klif, te vergelijken met de brinken in Nederlandse dorpjes. Er staat daar een paviljoen met banken en een man die daar zit roept iets naar me. Hij ziet er wat verlopen uit, maar geen reden om hem niet te antwoorden. Ik vraag vriendelijk wat hij zei, want ik heb hem niet verstaan. De man begint dan een onduidelijk en heftig betoog waaruit ik opmaak dat ik maar Engels moet spreken (wat ik overigens vrij behoorlijk doe, volgens andere reacties hier). Ik ben nog zo dom om te trachten uit te leggen dat Engels nu eenmaal niet mijn moedertaal is, maar dan krijg ik kwaad toegeschreeuwd: “Go away, back to the east, where you belong! And don’t you talk back to me!!” Ik fiets weg met een minachtend handgebaar, en weet dat dit gewoon een dronkenlap is en ik het me niet moet aantrekken. Maar het rare is dat dit soort opmerkingen langer blijven hangen dan alle aardige ontmoetingen en gesprekjes die ik tot nu toe heb gehad. Zijn dit dan toch de onderbuikgevoelens van de Engelsen jegens de Europeanen van het vasteland? Goed. Verder op weg over het betonnen fietspad langs de witte kalk kliffen. 

Onderbroken door een kermis – ook letterlijk – in Margate en diverse stukken waar strandhuisjes staan en waar fietsers moeten afstappen en lopen.
Ook loopt het pad op een gegeven moment dood en moet ik weer een kilometer terug. De sticker met de route-aanduiding was bijna geheel verdwenen. Dit alles, ook met de nog steeds gillende remmen, is niet goed voor mijn humeur. Lichtpuntje is dat ik wind mee heb. Bij Minnis Bay drink ik koffie – heel slap. De aardige jongen die het bracht meldt op mijn navraag dat ik dan voortaan een “double shot americano” moet vragen. Onthouden! Verderop is het traject vlakker, en zijn de kliffen verdwenen. Ik fiets nu over een dijk, bijna Nederlands plaatje. Aan het eind staat een Romeins fort, althans de ruïnes ervan: Reculver Towers and Roman Fort. 
Zo ga ik verder langs de hele noordkust van Kent. Later zie ik op de route-informatie die ik bij me heb, een globale beschrijving van het rondje Noordzee, dat men gewoonlijk schuin dwars door Kent doorsteekt. Heb ik weer, doe ik de hele kustroute! Het blijft vermoeiend fietsen met het telkens ontwijken van voetgangers (het pad is gecombineerd voet- en fietspad) en regelmatig stukken moeten lopen bij de strandhuisjes. Na Whitstable gaat de route (inmiddels no. 1) een heel stuk landinwaarts en wordt weer heuveliger. Ook voert de route door een natuurgebied, waar de beruchte doorgangshekjes bij de fietspaden staan, waar ik al over had gelezen.
De poortjes zijn zo smal, dat mijn stuur er niet recht doorheen kan. Moet de stuurtas eraf halen en schuin manoeuvreren om de fiets erdoorheen te krijgen. Ik dacht dat de Engelse overheid het fietsen wilde stimuleren? Dit lijkt meer een ontmoedigingsbeleid! Vlak voor Sittingbourne verlaat ik de route en wordt door Google Maps keurig naar Tonge Barn, mijn overnachtingsplaats, geleid. 
Het is dan 19.30 u, ik heb 70 km afgelegd, en m’n gemiddelde snelheid vandaag was slechts net aan 10 km/u……. Ik ben doodmoe. Dan blijkt dat er bij deze accommodatie geen restaurant is, er wordt alleen ’s ochtends ontbijt geserveerd. Had ik niet gezien bij boeking. Dichtstbijzijnde restaurant is maar 10 minuten rijden – met de auto! – aldus de vriendelijke eigenaar van Tonge Barn. Ik zeg hem dat ik geen meter meer wil en kan fietsen en kijk kennelijk wat wanhopig. Hij regelt dan een Chinese bezorgmaaltijd en geeft me een flesje water en een glas prosecco mee naar het huisje, wat overigens erg comfortabel is. De fiets kan binnen staan, er is een aparte slaapkamer met groot dubbel bed en zacht verend tapijt, en een moderne badkamer met inloopdouche, waar ik erg blij van word. 
Na het eten kan ik dan gaan douchen en ik plof om 22.00 u éven op bed (wil eigenlijk nog wat aan m’n blog gaan doen), om midden in de nacht met alle lichten aan wakker te worden. De lichten uitgedaan en verder geslapen……


Sittingbourne (Tonge) – Rochester, maandag 5 augustus, 33 km

Na goed ontbijt aan grote gemeenschappelijke ontbijttafel (andere gasten zijn al vroeg vertrokken) stap ik om 10.15 u op de fiets. Doordat ik even de richting moet zoeken én m’n ketting er bij verkeerd schakelen afschiet (eerste keer deze tocht) duurt het nog een kwartier voor ik echt weg ben. Het miezert en het is vrij warm. Ik heb dus de keus om zonder regenjack nat te worden van de regen, of met regenjack nat van het zweet. Ik kies voor de eerste optie.

En dit is dan het resultaat  . Door Sittingbourne heen is qua route ook weer een uitdaging. Hier loopt de hoofdweg naar Sheerness, een zeehaven met veerverbindingen naar het Europese vasteland, en er is veel zwaar vrachtverkeer. De “National Cycle Network Route 1” stuurt me dan ook af en toe door nauwe achterafpaadjes en stoepen, en dan weer links en dan weer rechts van de weg. Veel afstappen. Op een smal paadje raak ik met m’n jas verstrikt in een van de overal overhangende doornentakken. Een vrouw met kinderwagen die me tegemoet komt wil me, heel vriendelijk, bevrijden, maar ze rukt bijna mijn jas kapot. Onderhoud van fietspaden staat duidelijk niet hoog op het prioriteitenlijstje van den Engelse overheid! Eindelijk uit Sittingbourne volgt een prettig landelijk stuk, uiteraard met heuvels.
En in de verte kun je de havenkranen zien bij de monding van de rivier de Medway. Om een doorsteek te maken volgt de route een heel smal overgroeid paadje en dan een stenig weggetje langs boomgaarden, steil omlaag en weer net zo steil omhoog, over privégebied. Speciaal geregeld door de fietsersorganisatie Sustrans. Was weer een kilometer lopen, en halverwege wilde ik op m’n telefoon kijken of er een alternatieve route zou zijn. Is de batterij ineens compleet leeg! Daar sta je dan in niemandsland, zonder internet. Terug in de 20e eeuw! En zelfs geen foto’s kunnen nemen. Gelukkig kom ik daarna weer snel in de bewoonde wereld, en in een voorstadje van Rainham is er zowaar een pub. Dus daar het toch af en toe aangeschoten regenjack binnenstebuiten te drogen gehangen, de telefoon opgeladen, koffie gedronken, en aan m’n dagboekje gewerkt. Na een uurtje weer verder en met een beetje zoeken vind ik het fietspad dat langs de rivier de Medway voert - er ontbrak weer een richtingbordje of het stond héél verdekt opgesteld.
De route is hier mooi, met verre uitzichten over de brede rivier. Er is toch iets van de geschiedenislessen van vroeger op school blijven hangen, want ik moet ineens denken aan de historische Tocht naar Chatham, oftewel Slag bij Medway, door Michiel de Ruyter. Heb het even opgezocht: in 1667 voer hij de Medway op tot aan Chatham, diep in het binnenland, en viel de daar gelegerde Engelse oorlogsvloot aan, vernietigde 13 schepen en sleepte 2 schepen mee terug naar Nederland. En nu fietst Tanja de tocht naar Chatham  ,
En dan te denken dat ik ruim een week geleden in Vlissingen bij het standbeeld van Michiel de Ruyter stond. Mooi toeval. Dan kom ik door de stedelijke agglomeratie die nu rond Chatham ligt, met Gillingham en Rochester.
De overheid heeft het hier wel veilig gemaakt voor fietsers, met soms aparte fietspaden, maar het is een ramp om doorheen te fietsen. Zóveel stoplichten waarbij je als fietser net als voetgangers apart, per rijbaan, moet wachten met oversteken. Zo’n beetje om de 50 meter is het stoppen, wachten, overlopen, weer wachten, overlopen en weer op de fiets klauteren. En dan ook nog regelmatig van stoep wisselen, links of rechts van de weg……. Dan eindelijk ben ik bij het hotel in Rochester, The Golden Lion Wetherspoon.
Het is een grote, levendige pub met een aantal recent mooi opgeknapte kamers erboven. Na douche nog even door de hoofdstraat naar Rochester Castle gelopen, dat uitkijkt over de Medway.

Daarna in de pub voor nog geen 7 euro heel behoorlijk gegeten. En verder aan de blog gewerkt. Vandaag was m’n gemiddelde snelheid 9,8 km/u, schiet natuurlijk niet echt op. M'n remmen piepen inmiddels gelukkig iets minder.






Reacties

Reacties

Diny

Weer een mooi verhaal Tanja?Had die vent in t park niet gewoon Gil de la Tourette of wellicht een bakkie op? Ik heb even voor je gegoogled kan ook verder niet veel vinden over de gevel versieringen. Ik zie er zo een paar voor me en dan voornamelijk in Rotterdam maar daar was dan ook heel veel wederop te bouwen. Wens je fijne reis toe zonder gillende keukenmeid erbij ??

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!